Echtscheiding. Kinderalimentatie. Rechtbank gaat na of de ouder bij wie de kinderen hoofdverblijf hebben kan bijdragen in de zorgkosten van de andere ouder als de kinderen bij die andere ouder zijn in het kader van de zorgregeling. Die ouder heeft naar voren gebracht de zorgkosten niet te kunnen betalen als de kinderen bij haar zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de ouder bij wie de kinderen normaal verblijven echter geen draagkracht om ook in de kosten van de andere ouder bij te dragen.

Tijdelijke voogdij op grond van artikel 1:253q en 1:253r BW. GI verzoekt om de tijdelijke voogdij omdat de moeder in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen. De rechtbank deelt de mening van de GI omtrent de situatie van de moeder, maar wijst het verzoek af. De vader heeft ook het gezag. Niet gemotiveerd is dat de vader niet in staat is het gezag uit te oefenen. Dat hij en de pleegouders gebrouilleerd zijn, betekent niet dat de vader het gezag niet kan uitoefenen.

LBIO legt beslag voor achterstallige kinderalimentatie onder de man. De man vordert de vrouw te veroordelen het LBIO opdracht te geven het beslag op te heffen en de opslagkosten niet meer in rekening te brengen bij de man. Vordering van de man ook in hoger beroep afgewezen. Man wordt veroordeeld in de proceskosten van de vrouw.

Ontvankelijkheid hoger beroep tussenbeschikking waarbij onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming is gelast alsmede proefcontacten. Die proefcontacten maken deel uit van de opdracht aan de Raad en houden geen eindbeslissing in op enig onderdeel van het geding.

Kinderalimentatie. Bij afspraak over hoogte kinderalimentatie is niet bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven. Hof neemt wijziging van omstandigheden aan. Draagkracht van de vrouw wordt beperkt door het feit dat zij ook onderhoudsplichtig is jegens een andere zoon van een andere man, die zijn alimentatieverplichting niet nakomt. Draagkracht van de man wordt op basis van een fictief inkomen vastgesteld, nu de man onvolledige gegevens heeft overgelegd om zijn inkomen te bepalen. Geen rekening wordt gehouden met het feit dat de man een zoon van een andere partner zou hebben.

Einde samenleving. Rechtskarakter gezamenlijke en-ofrekening. Niet in geschil is dat het saldo ervan aan partijen gezamenlijk toebehoort. Man boekt aanzienlijk bedrag over van die en-ofrekening naar een rekening die alleen op zijn naam staat. Vrouw vordert de helft daarvan terug. Nu de man geen deugdelijke onderbouwing heeft gegeven met betrekking tot door hem daarvan beweerdelijk gedane uitgaven (voor de kosten van de gezamenlijke huishouding) veroordeelt het hof de man tot betaling van de helft.

Kinderalimentatie. Draagkracht van de man. Hem wordt verdiencapaciteit toegerekend. Draagkracht van de ouders tezamen lager dan de behoefte. Wel rekening houden met zorgkorting. Geen terugbetalingsverplichting voor de vrouw.

Gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van overleden Nederlandse vader door 75-jarige zoon. Zie ook Rechtbank Noord-Holland 22 mei 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:4400 voor de vaststelling van het vaderschap van de inmiddels overleden Duitse vader.

Vaststelling van het vaderschap van de overleden Duitse vader van de intussen 76-jarige Nederlandse zoon. Zie voor de ontkenning van het vaderschap, Rechtbank Noord-Holland 11 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3017.

Adoptie door de stiefmoeder van meerderjarige wordt afgewezen. Geen zeer bijzondere omstandigheden die kunnen leiden tot een uitzondering op het vereiste van minderjarigheid bij adoptie.