Vernietiging erkenning wegens dwaling. Man heeft ongeboren vrucht erkend in de veronderstelling dat hij de biologische vader was. Na twijfel is DNA-onderzoek verricht waaruit bleek dat hij niet de biologische vader is. Als hij dat had geweten, had hij niet erkend. De dwaling omtrent het biologische vaderschap blijft onweersproken. Het hof oordeelt, ander dan de rechtbank, dat het verzoek aan de vereisten van artikel 1:205 BW voldoet. Het hof oordeelt dat het belang van het kind in dit geval niet bij de beoordeling van het verzoek behoeft te worden betrokken.

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Geen draagplicht van de vrouw voor helft restschuld echtelijke woning. Man is strafrechtelijk veroordeeld wegens incest met dochter. Hij is dientengevolge ontslagen. Hij was kostwinner. Vrouw kon de lasten van de echtelijke woning niet voldoen en heeft de woning moeten verkopen onder het bedrag van de hypotheek. De rechtbank oordeelt dat rechtstreeks verband bestaat tussen het strafbare feit en de ontstane restschuld. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet de vrouw niet benadeeld worden door strafbare gedrag man. Geen draagplicht in de onderlinge verhouding.

Rechtbank wijst verzoek verwekker tot vernietiging erkenning door andere man af. Bijzondere curator neemt het verzoek namens het kind over. Rechtbank wijst ook dit af en overweegt dat bij de beoordeling van dit verzoek alle omstandigheden in overweging genomen moeten worden teneinde te komen tot een oordeel dat in het belang van het kind wenselijk is.

Kinderalimentatie na beëindiging affectieve relatie. Partijen twisten over de vraag of er is samengewoond in verband met de vaststelling van de behoefte van het kind. Het hof is van oordeel dat het al dan niet samenwonen niet ter zake doet. Zelfs als dat het geval zou zijn geweest, gaat het slechts om een periode van zes maanden die niet representatief is voor de beoordeling van de behoefte van het kind. De rechtbank heeft de behoefte terecht beoordeeld aan de hand van de afzonderlijke inkomens.

Kinder- en partneralimentatie. Man is gewezen huisarts die thans een klein pensioen geniet. Zijn enige vermogen betreft de overwaarde van ongeveer € 170.000 in de woning die hij bewoont. Het hof is van oordeel dat er geen sprake is van verwijtbaar inkomensverlies, ook al had de man zijn praktijk niet op orde en kon hij die daarom niet rendabel voortzetten. Het hof is voorts van oordeel dat van de man niet kan worden gevergd dat hij inteert op zijn vermogen, omdat de woning niet is verkocht. Nu de man geen draagkracht heeft, wordt de alimentatie op nihil gesteld.

Ondertoezichtstelling. Belanghebbende. Biologische vader zonder gezag ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep inzake op verzoek van de Raad uitgesproken ondertoezichtstelling. Vader en moeder hebben een relatie gehad en samengewoond met het kind. Uit onwetendheid heeft vader zijn zoon niet erkend. Moeder is uit huis vertrokken, vader voedt het kind sindsdien alleen op. Hoewel uit HR 12 september 2014 (ECLI:NL:HR:2014:2665) anders volgt, is vader ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep. Vader hoger beroep ontzeggen, zou hem te zeer belemmeren in zijn recht op bescherming van ‘family life’.

Initiatiefwetsvoorstel Wet herziening kinderalimentatie van de leden Recourt en Van der Steur bij de Tweede Kamer ingediend.

College bescherming persoonsgegevens: twee Bureaus Jeugdzorg hebben onvoldoende maatregelen getroffen om te waarborgen dat de persoonsgegevens die zij verwerken juist en nauwkeurig zijn.

Valt door zoon verkregen woning in of buiten de gemeenschap van goederen krachtens uitsluitingsclausule? De rechtbank oordeelt dat uit de akte van verdeling tussen de moeder en haar zoon slechts blijkt dat bij de toedeling van het aandeel van de moeder in de woning aan de zoon onder kwijtschelding van de lening van de zoon ter hoogte van de waarde van het aandeel, de uitsluitingsclausule slechts zag op de kwijtschelding en niet op het deel van de woning zelf. Woning maakt deel uit van de huwelijksgoederengemeenschap.