Niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding. Hof geeft toepassing aan artikel 1:141 lid 3 BW. Het vermogen behorende tot de tandartsenpraktijk van de man behoort in principe tot het te verrekenen vermogen. Dat dit anders zou zijn, heeft de man niet aangetoond. Wettelijke rente is verschuldigd vanaf het tijdstip dat de periodieke verrekenplicht is omgezet in een finale verrekenplicht, dat is het tijdstip van indiening van het scheidingsverzoek. De verrekenvordering is vanaf dat tijdstip opeisbaar en het verzuim treedt aanstonds, zonder ingebrekestelling, in.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 23-12-2014