Burgerlijke stand. Toewijzing verzoek tot doorhaling geboorteakte en opmaken nieuwe geboorteakte, waarin zal staan dat het geslacht van betrokkene niet is kunnen worden vastgesteld, ook al is daarvoor geen wettelijke basis. Tevens wordt het verzoek toegewezen om de voornamen te wijzigen. Gesteld en aangetoond is dat sprake is van genderdysforie en dat de overtuiging bestaat dat ten aanzien van het geslacht sprake is van man noch vrouw.

Medewerking aan DNA-onderzoek wordt hardnekkig door de moeder geweigerd. Dwangsommen zijn verbeurd. Ondertoezichtstelling wordt nodig geacht. Nu de moeder blijft weigeren mee te werken, legt de rechtbank het uiterste middel van lijfsdwang op om medewerking van de moeder af te dwingen.

V.D. t. Rusland

Pleegkind keert terug bij biologische ouders nadat hij negen jaar bij pleegouders heeft gewoond. Kind met ernstige handicap. Recht van voogd-pleegmoeder om pupillen in EVRM-klachtprocedure te vertegenwoordigen. Familieleven door nauwe emotionele band tussen pleegkind en pleegfamilie. Herenigingsplicht van de staat. Afweging belangen van biologische ouders en pleegouders. Procedurele aspecten van artikel 8 EVRM. Beëindigen voogdij van pleegouder is geen schending. Ontzeggen contactregeling voor pleegmoeder is wel schending.

Bogonosovy t. Rusland

In stand houden van de relatie tussen kleinkind en grootouders na adoptie van het kind. Omstandigheden op grond waarvan familie- en gezinsleven tussen grootouders en kleinkind wordt aangenomen. Recht op eerbiediging van familie- en gezinsleven krijgt gestalte in een contactregeling. Ontbreken van aandacht voor het recht van grootouder in de adoptieprocedure is een inmenging in zijn familie- en gezinsleven. De onduidelijke wettelijke regeling is mogelijk niet ‘door wet voorzien’. Ontbreken van effectieve mogelijkheid om contactregeling te verzoeken levert strijd op met artikel 8 EVRM.

X. t. Bulgarije.

Verdenkingen van seksueel misbruik van kinderen. Positieve verplichtingen. Artikel 3 en 8 EVRM. Adequaatheid van het onderzoek naar de feiten. Eisen waaraan het onderzoek moet voldoen. Beschermplicht van de staat. Grenzen aan de verplichtingen van de staat. Stellingen van minderjarigen niet bevestigd door het onderzoek en evenmin door de toegepaste beschermingsmaatregelen.

Stefano Liberato t. Luminita Liia Gregorescu 

Internationale rechtsmacht, erkenning en tenuitvoerlegging van uitspraken in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en onderhoudsverplichtingen. Artikel 5 lid 2, 27 en 35 lid 3 Verordening (EG) 44/2001 (onderhoudsverplichtingen). Artikel 19 Verordening (EG) 2201/2003 (huwelijkszaken en ouderlijke bevoegdheid). Lis pendens. Artikel 22 onder a en 23 onder a Verordening (EG) 2201/2003. Weigering om een uitspraak te erkennen wanneer deze in strijd is met de openbare orde. Artikel 24 Verordening (EG) 2201/2003. Verbod van onderzoek naar de bevoegdheid van de rechter in het land waar de uitspraak (waarvan erkenning wordt verzocht) is gedaan.

Partneralimentatie. Man heeft onvoldoende betwist waarom aanvullende behoefte niet op grond van de hofnorm kan worden vastgesteld. Hof stelt aanvullende behoefte op grond van de hofnorm vast, maar oordeelt vervolgens dat de vrouw onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij behoeftig is.

Ook als is voldaan aan de eisen voor beëindiging van het gezag, blijft er een zekere ruimte om een verzoek tot beëindiging van het gezag af te wijzen. Uit de wetsgeschiedenis volgt ook niet dat steeds als voldaan is aan de voorwaarden voor beëindiging van het gezag, dan ook het gezag beëindigd moet worden. In dit geval is het echter nodig het gezag te beëindigen.

Het hof acht de biologische vader die niet-juridisch ouder is, op grond van zijn family life niet ontvankelijk inzake de ondertoezichtstelling, maar wel ontvankelijk inzake de machtiging uithuisplaatsing omdat de uithuisplaatsing een rechtstreekse, ingrijpende inbreuk maakt op het gezinsleven van de vader en de kinderen, gelet op de substantiële feitelijke zorgtaken die de vader voor de uithuisplaatsing uitvoerde. Het hof bekrachtigt de ondertoezichtstelling maar wijst het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing per datum beschikking af.

Zoon vordert van zijn moeder de wezenuitkering terug die de moeder heeft ontvangen nadat de vader was overleden, toen de zoon zes jaar oud was. De rechtbank wijst de vordering, de totale omvang van de uitkering inclusief wettelijk rente, toe. Hof wijst de vordering af. De uitkeringen zijn te beschouwen als vruchten van het vermogen van de zoon die vallen onder het ouderlijk vruchtgenot.