Bevoegdheid rechter in geval van internationale kinderontvoering van Nederland naar het buitenland. De Hoge Raad geeft het wettelijk kader.

Verdeling gemeenschap van goederen. Tot de gemeenschap behoort een vof, waarvan alleen de beide ex-echtgenoten vennoot waren. In de vof zitten geen bijzondere vermogensbestanddelen. Overeengekomen is dat de man het poeliersbedrijf voortzet. Bepaald wordt dat partijen moeten overgaan tot ontbinding van de vof en een slotbalans moeten laten opstellen. Partijen twisten over de toe te passen waarderingsmethodiek. De man is gehouden aan de vrouw de helft van de waarde van de vof per datum ontbinding te vergoeden. Dat betreft in dit geval de intrinsieke waarde van de vof.

Herroeping van de adoptie. Termijnoverschrijding. Rechtbank acht de man, die ten tijde van het verzoek 36 jaar oud was, ontvankelijk in het verzoek tot herroeping, omdat de wettelijke termijn in dit geval een ongerechtvaardigde inmenging in het privéleven van de man betekent. Aan de bescherming van de belangen van derden wordt geen afbreuk gedaan. Rechtbank wijst het verzoek toe. De biologische en de adoptiefvader hebben ingestemd met het verzoek.

Omgang. Verzoek van de vader die niet het gezag heeft om in het kader van de omgang tijdens de vakantie met de minderjarige naar Turkije op vakantie te gaan. Moeder weigert toestemming. Vader wordt ontvangen in zijn verzoek om vervangende toestemming. Rechtbank verleent de toestemming. Rechtbank wijst het verzoek om een vervangende omgangsregeling voor de vakantie in Turkije af, omdat al een omgangsregeling is vastgesteld.

Partneralimentatie en verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Vergoedingsrecht. Vrouw heeft behoefte, maar is niet behoeftig, omdat zij uit de huwelijksgoederengemeenschap vermogen ontvangt. Zij kan haar WAO-uitkering aanvullen door in te teren op haar vermogen. Girale giften door de moeder van de man, overgemaakt op gemeenschappelijke rekening van partijen. Uit de verklaringen van de moeder en de mededeling bij de overboeking leidt het hof af dat de giften onder uitsluitingsclausule zijn gedaan. Vergoedingsrecht.

HR: klacht tegen de beslissing van het hof om de kinderalimentatie te bepalen op een bedrag dat groter is dan de door het hof vastgestelde draagkracht van de alimentatieplichtige, slaagt.

Terugplaatsing drie minderjarige kinderen bij de moeder. Om die reden vraagt GI geen verlenging van de uithuisplaatsing (bij grootmoeder vaderszijde). Deze beslissing is door de Raad voor de Kinderbescherming getoetst. De Raad zag geen aanleiding een verlengingsverzoek te doen. De kinderen waren echter meer dan een jaar door de grootmoeder als pleegouder verzorgd en opgevoed. Dan moet de GI tijdig toestemming tot wijziging van de verblijfplaats verzoeken op grond van artikel 1:265i BW, ook als het voornemen bestaat de uithuisplaatsing niet te verlengen.

‘Huwelijkse gevangenschap’. Beëindiging islamitisch – sjiitisch – huwelijk. Volgens de man dient de religieuze echtscheiding te worden bewerkstelligd door middel van de khul (echtscheiding op initiatief van de vrouw) in plaats van door middel van de door de vrouw voorgestane talaq (echtscheiding op initiatief van de man). Weigering van de man mee te werken aan beëindiging van het huwelijk op grond van de talaq is onrechtmatig. Recht van de vrouw op de bruidsgave (twaalf goudstaven en pelgrimstocht).

Gezagsbeëindiging. Minderjarige van 16 jaar is al elf jaar uit huis geplaatst. Beëindiging van het gezag staat niet meer in redelijke verhouding tot het recht op family life van moeder en haar dochter. Het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming wordt afgewezen.

Tijdelijke omgangsregeling door de rechtbank vastgesteld met opdracht aan de GI om die verder vorm te geven. GI geeft daartoe een aanwijzing. Had die aanwijzing indachtig HR 14 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2321 door de rechter vastgesteld moeten worden? Rechtbank vindt van niet.