Update
Uitspraken van 10-04-2015 tot 16-04-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hof
- Gerechtshof Den Haag Huwelijkse voorwaarden. Verrekenbeding. Behoort echtelijke woning die staat op naam van de vrouw tot het te verrekenen vermogen? Natuurlijke verbintenis? Het hof overweegt dat beide partijen stellen dat een deel van de koopsom door hen is voldaan en dat beiden investeringen in de woning hebben gedaan. Het hof kan niet vaststellen wie een deel van de aankoopsom heeft betaald, wie investeringen heeft gedaan voor verbouwingen en renovatie en met welk geld. Daarom is uitgangspunt dat het huis tot het te verrekenen vermogen behoort. Het hof verwerpt de stelling van de vrouw dat sprake is van een natuurlijke verbintenis op grond waarvan zij de woning mag behouden zonder verrekening met de man. 01-04-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Op de uitkering van vader ingehouden en aan de moeder doorbetaalde bedragen worden niet beschouwd als kinderalimentatie, geen aftrek. 31-03-2015
- Gerechtshof Amsterdam Verwekker verzoekt om vernietiging van de erkenning door een andere man. Het hof oordeelt in de eerste plaats dat de verwekker veel eerder dan hij heeft gedaan, gebruik had kunnen maken van de mogelijkheid om vervangende toestemming tot erkenning te verzoeken. Dat om die reden de erkenning door een ander vernietigd zou moeten worden, wijst het hof dan ook af. Vervolgens beoordeelt het hof of de vrouw toestemming tot erkenning aan een ander heeft gegeven uitsluitend met het oogmerk om de belangen van de man bij erkenning te schaden. Die vraag beantwoordt het hof ontkennend. De vrouw had al bijna een jaar een relatie met die ander en was bovendien zwanger van een kind van die ander. De vrouw, die ander en beide kinderen leven verder in gezinsverband met elkaar. Het hof verklaart de verwekker niet-ontvankelijk in zijn verzoeken. 10-03-2015
- Gerechtshof Amsterdam Het hof oordeelt dat de aanspraak op een stamrecht niet verknocht is, maar wel dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat deze aanspraak bij helfte wordt gedeeld. De man heeft een ontslagvergoeding in een bv ondergebracht. Sinds hij vanaf juli 2013 geen inkomsten meer heeft uit werk als zelfstandige, uit loondienst of WW-uitkering, leent hij uit de bv. Van dat bedrag betaalt hij de kinderalimentatie en de lasten van de woning waarin de vrouw met twee van de drie kinderen woont. De vrouw draagt aan die lasten niet bij. De woning staat nog niet te koop. Tegen de tijd van verkoop zal het stamrecht volledig zijn opgesoupeerd. Het hof oordeelt dat in afwijking van de verdeling bij helfte de aanspraken ingevolge het stamrecht aan de man moeten worden toegedeeld, zonder verrekening met de vrouw per peildatum, zoals door de vrouw verzocht. 03-03-2015
- Gerechtshof Den Haag Grootmoeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vaststelling omgangsregeling. Het hof is van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootmoeder en de minderjarige. Grootmoeder en moeder verschillen van mening over de intensiteit van de contacten in het verleden tussen de grootmoeder en de minderjarige. Het hof hecht waarde aan de verklaring van de moeder dat de grootmoeder behoudens een enkele oppasdag en incidenteel een langere oppasperiode niet bij de verzorging en opvoeding van de minderjarige betrokken is geweest, terwijl er sinds oktober 2013 helemaal geen contact meer is geweest. Bewijsaanbod van de grootmoeder wordt afgewezen als onvoldoende gespecificeerd. Het verzoek om een informatieregeling wordt eveneens afgewezen nu hiervoor geen wettelijke grondslag bestaat en er zich geen uitzonderlijke omstandigheden voordoen die tot een uitzondering zouden nopen. 18-02-2015
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Rechtbank Noord-Holland volgt (in zowel ECLI:NL:RBNHO:2015:3039 als ECLI:NL:RBNHO:2015:2646) de lijn van de Alimentatienormen dat de alleenstaande-ouderkop in overeenstemming met de Alimentatienormen in mindering wordt gebracht op de behoefte van het kind, tenzij toepassing zou leiden tot een onaanvaardbaar resultaat. Dat moet de onderhoudsgerechtigde met berekeningen aantonen. 01-04-2015
- Rechtbank Noord-Holland 22-jarige dochter beroept zich jegens vader op derdenbeding in echtscheidingsconvenant dat de vader een studiebijdrage betaalt zolang de dochter met redelijke resultaten en in overleg met hem met een beroepsopleiding bezig is of studeert, doch uiterlijk tot de leeftijd van 25 jaar. Vader en dochter hebben al 4,5 tot 5 jaar geen enkel contact. De rechtbank oordeelt dat van overleg als bedoeld in het derdenbeding geen sprake is. Aan de dochter komt daarom geen beroep op het derdenbeding toe. Voorts is de dochter niet behoeftig in de zin van artikel 1:392 BW. Zij kan door arbeid in haar levensonderhoud voorzien. 01-04-2015