Update
Uitspraken van 24-04-2015 tot 30-04-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Partneralimentatie. De man grieft in hoger beroep eerst ter zitting over de behoeftigheid van de vrouw. Het hof betrekt de grief bij de beoordeling van het hoger beroep, nu de behoeftigheid ook in eerste aanleg al beroepsgrond vormde en de vrouw voldoende ter zitting gelegenheid had daarop te reageren. Het hof oordeelt dat de vrouw per 1 januari 2013 niet behoeftig is, gelet op haar leeftijd en die van hun beider kind, haar vooropleidingen en werkervaring. Daarbij mag de beheersing van de Nederlandse taal geen rol meer spelen, nu zij sinds 2001 in Nederland is. De inspanningsverplichting van de vrouw om in eigen levensonderhoud te voorzien gaat voor op haar wens om gedurende vier jaar een hogerberoepsopleiding te volgen. 31-03-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Partneralimentatie. Het hof oordeelt, evenals de rechtbank, dat de gevolgen van de beslissing van de man om op ongeveer 61-jarige leeftijd 80% te gaan werken, voor zijn rekening blijven en niet zonder meer op de vrouw afgewenteld kunnen worden. Als gevolg van de gewijzigde situatie na het huwelijk zal de man bij beslissingen als deze mede rekening dienen te houden met de gerechtvaardigde belangen van de onderhoudsgerechtigde, mede omdat de rechtsverhouding tussen partijen als gewezen echtgenoten wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid. Het hof is niet gebleken van een noodzaak om minder te gaan werken. 31-03-2015
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Is dreigende uitzetting van minderjarigen naar Suriname voldoende reden voor ondertoezichtstelling? De rechtbank beantwoordt deze vraag, gelet op de omstandigheden, bevestigend. Minderjarigen zijn in Nederland geboren en nog nooit in Suriname geweest. Daar is nauwelijks familie. Hun moeder woont in een ander land. Kinderen wonen bij hun voogd, een oudoom van moederszijde. Dreigende uitzetting zorgt voor onvoorspelbare opvoedsituatie en toekomst. Zij zal leiden tot fysieke en psychische ontworteling. Gebleken is dat het vrijwillig kader onvoldoende is voor adequate hulp van de kinderen. De rechtbank spreekt de ondertoezichtstelling uit. 13-04-2015
- Rechtbank Limburg Hoever strekt de verantwoordelijkheid van BenW bij het verlenen van een besluit tot het treffen van een voorziening van jeugdhulp (artikel 2.3 lid 1 Jeugdwet)? Mogen BenW zich conformeren aan het standpunt van de Raad voor de Kinderbescherming hierover? Naar het oordeel van de rechtbank onttrekken BenW zich hiermee aan hun wettelijke taak en verplichting om, waar de raad heeft vastgesteld dat een jeugdige in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen jeugdhulp nodig heeft, ten behoeve van deze jeugdige een op hem toegesneden individuele voorziening te treffen. Het verleningsbesluit is dan ook niet het ingevolge artikel 1:265b lid 2 BW vereiste besluit. De kinderrechter verleent de machtiging uithuisplaatsing omdat belang van het kind de uithuisplaatsing vergt. 30-03-2015