Update
Uitspraken van 25-07-2015 tot 09-08-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hoge Raad
- Hoge Raad Hof heeft onvoldoende inzicht gegeven in de gedachtegang die heeft geleid tot het oordeel omtrent de huwelijksgerelateerde behoefte. 10-07-2015
- Hoge Raad Bij het einde van het huwelijk aanwezig vermogen dat is gevormd uit door de echtgenoten tijdens het huwelijk overgespaard inkomen, dient te worden verrekend, ongeacht aan wie van de echtgenoten dat vermogen toebehoort en uit wiens overgespaarde inkomen dat vermogen is gevormd. 10-07-2015
- Hoge Raad De algemene dwalingsregeling is niet van toepassing op een verdeling. De vernietigbaarheid van een verdeling wegens dwaling wordt alleen beheerst door artikel 3:196 BW. Echtgenoten kunnen op grond van artikel 1:87 lid 4 BW bij overeenkomst afwijken van de wettelijke regeling voor vergoedingsrechten. 10-07-2015
- Hoge Raad Samenloop ISD-maatregel en Bopz-machtiging. Wetswijziging per 1 januari 2015: bepalingen uit Wet Bopz over dwangbehandeling van overeenkomstige toepassing op personen ten aanzien van wie een ISD-maatregel geldt. 10-07-2015
Hof
- Gerechtshof Den Haag Te verrekenen vermogen. Partijen zijn in huwelijkse voorwaarden overeengekomen overgespaard inkomen jaarlijks te verrekenen. Aan dit beding is geen uitvoering gegeven, zodat het aanwezige overgespaarde niet gedeelde inkomen nog tussen hen moet worden verrekend. De vrouw heeft een bedrag van € 360.500 belegd. Die belegging is in rook opgegaan. Zij stelt dat dit bedrag van de vennootschappen van partijen afkomstig was. De man stelt dat dit bedrag privévermogen betrof en dat dit bedrag, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, onrechtmatig daaraan onttrokken is. Geen van beide partijen kan de stellingen bewijzen dat het gaat om hetzij vennootschappelijke gelden, hetzij privévermogen. Het hof gaat er daarom van uit dat dit vermogen gemeenschappelijke overgespaarde inkomsten betreft. Deze inkomsten stonden op een gemeenschappelijke bankrekening. De vrouw was bevoegd om over die rekening en die inkomsten te beschikken. Aangezien de belegging in rook is opgegaan, waren de overgespaarde inkomsten niet meer aanwezig en viel er niets meer te verrekenen. De veroordeling door de rechtbank van de vrouw om de helft van het bedrag te doen toekomen aan de man wordt vernietigd. Het oorspronkelijke verzoek van de man wordt afgewezen. 22-07-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verlenging alimentatieverplichting na eerdere verlenging. Oud geval. Alimentatie voor het eerst vastgesteld op 31 maart 1987. Verzoek van de man tot beëindiging op 23 juli 2003 door rechtbank afgewezen. Verplichting verlengd tot 1 augustus 2005 met mogelijkheid verdere verlenging. Door het hof is deze verplichting destijds verlengd tot 1 februari 2013 met mogelijkheid verdere verlenging. Na 1 februari 2013 is de man de alimentatie blijven doorbetalen. De vrouw heeft verlengingsverzoek op 1 september 2013 ingediend. Nu in de overgangsregeling voor oude gevallen geen vervaltermijn voor het verzoek tot verlenging is opgenomen, is het verzoek tot verlenging door de vrouw niet te laat ingediend. Ingrijpendheid van de beëindiging van de uitkering staat vast, nu daartegen niet is gegriefd. Hof stelt opnieuw de behoefte van de vrouw aan alimentatie vast en verlaagt alimentatie in verband met verlaagde behoefte. Op verzoek van de man wordt indexering uitgesloten. Hof verlengt opnieuw de alimentatieplicht tot 1 februari 2018 met bepaling dat deze termijn op verzoek van de vrouw zal kunnen worden verlengd. 23-06-2015