Update
Uitspraken van 10-08-2015 tot 16-08-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Partneralimentatie. Verzoek om verlenging van de duur van de alimentatie na twaalf jaar afgewezen. Geen uitzonderlijk geval. De rechtbank had het verzoek om verlenging ook afgewezen. De vrouw is daarvan in hoger beroep gekomen. Niet in geschil is dat de beëindiging van de partneralimentatie leidt tot een ingrijpende terugval in het inkomen van de vrouw. Ten tijde van de scheiding waren de kinderen 8 en 5 jaar oud. De vrouw heeft alle inkomsten gebruikt voor de kosten van de kinderen en van de huishouding. Er kon niet gereserveerd worden. Als gevolg van de beëindiging van de alimentatie zal zij de kosten van de woning niet meer kunnen voldoen en moeten verhuizen. Dat is onredelijk en onbillijk, zeker nu de kinderen nog thuis wonen. Zij had in 1989 al een WAO-uitkering en heeft die nog steeds. Zij is voor 80 tot 100% arbeidsongeschikt. Het hof oordeelt dat het op de weg van de vrouw had gelegen te anticiperen op het einde van de alimentatie en haar uitgavenpatroon daarop aan te passen. Voorts zijn de kinderen zo oud dat van hen ook een bijdrage in de kosten van de huishouding mag worden verwacht. De woning heeft een overwaarde, de vrouw had de woning ook eerder kunnen verkopen en van de overwaarde een goedkopere woning kunnen kopen. De vrouw heeft niet alles gedaan wat van haar verwacht mocht worden. 14-07-2015
- Gerechtshof Amsterdam Bewindvoering. Einde bewind door overlijden. Kan voormalige bewindvoerder voor overlijden door kantonrechter gegeven machtiging nog uitvoeren? Uit het huwelijk van de vader en de moeder zijn vier kinderen geboren. De vader is in 2006 overleden. Zijn testament bevatte een langstlevende clausule. Daarin was voorts bepaald dat de waarde van het erfdeel van de kinderen opeisbaar zou worden wanneer de moeder in een verzorgingstehuis zou komen of het vrije beheer over haar vermogen zou verliezen. Het vermogen van de moeder is in 2012 onder bewind gesteld. Zij is toen ook in een verzorgingstehuis opgenomen. In 2011 heeft de moeder aan een van haar kinderen € 70.000 geschonken. De kantonrechter heeft eind 2013 op verzoek van de toenmalige bewindvoerder machtiging verleend om aan de kinderen uit te keren de waarde van het aan elk van hen toekomende erfdeel uit de nalatenschap van de vader, waarbij is bevestigd dat de schenking van de moeder aan een van de kinderen wordt opgenomen als een voorschot op de erfenis van de moeder. Dit kind verzoekt in hoger beroep deze bevestiging ongedaan te maken. Aan de machtiging was voor de dood van de moeder geen uitvoering gegeven. Het hof acht verzoeker in hoger beroep ontvankelijk, maar wijst het verzoek af, omdat met de dood van de moeder het bewind is geëindigd en daarmee ook de taak van de bewindvoerder. Deze kon de machtiging niet alsnog uitvoeren. Voorts was de kantonrechter niet bevoegd tot een oordeel over de vraag of de schenking als een voorschot op de erfenis zou dienen te worden aangemerkt. 14-07-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Kinderalimentatie; draagkracht van de moeder. De moeder dreef samen met haar ouders een vennootschap onder firma die per 1 september 2014 is verkocht. Zij is op 15 oktober 2014 in dienst getreden bij een bv. Gelet op de betwisting door de man dat de moeder geen draagkracht zou hebben had het naar het oordeel van het hof op de weg van de vrouw gelegen om haar inkomen inzichtelijk te maken door overlegging van de in het procesreglement genoemde bescheiden, waaronder vastgestelde jaarrekeningen over de laatste drie jaren. Ook na de verkoop van de vof is dat van belang, omdat de man stelt dat een eventuele inkomstendaling van de vrouw als gevolg van de verkoop, een verwijtbaar inkomensverlies is. Haar draagkracht kan, aldus het hof, niet slechts op grond van aangiften IB worden vastgesteld. De vrouw heeft uit een oogpunt van privacy van haar ouders bezwaar tegen het overleggen van de jaarrekeningen van de vof. De man hoeft geen inzage te krijgen in de financiële situatie van haar ouders. Het hof oordeelt dat de privacy van de ouders van de vrouw geen gewichtige reden is op grond waarvan de overlegging van de jaarrekeningen kan worden geweigerd. Aan de privacy wordt voldoende tegemoetgekomen door de behandeling met gesloten deuren en het daaruit voortvloeiende mededelingsverbod over gegevens uit de procedure. Het hof verbindt aan de weigering tot overlegging van de gegevens de conclusie die het geraden oordeelt. 07-07-2015