Update
Uitspraken van 09-10-2015 tot 15-10-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Terugbetaling kinderalimentatie. Het hof weegt de belangen van de vrouw om niet te hoeven terug te betalen hetgeen is opgegaan aan het levensonderhoud van het kind en de belangen van de man om wel terugbetaling te ontvangen, gelet op zijn beperkte inkomen, af en acht het redelijk dat het in de periode tussen 1 december 2013 en 10 februari 2014 te veel betaalde door de vrouw wordt terugbetaald.De rechtbank heeft op 12 november 2014 beslist dat de man met ingang van 10 februari 2014 aan de vrouw als kinderalimentatie € 25 per maand dient te voldoen. Voorts heeft de rechtbank bepaald dat het tot op de datum van haar beschikking te veel betaalde niet behoeft te worden terugbetaald. In hoger beroep wijzigt het hof de ingangsdatum van de gewijzigde bijdrage in 1 december 2013, omdat de man vanaf 2 december 2013 een werkloosheidsuitkering ontving en de vrouw op 13 december 2013 is hertrouwd. Haar echtgenoot had in 2013 een inkomen van € 37.515. De vrouw zelf had in dat jaar een inkomen van € 25.602. Het hof acht het redelijk om, uitgaande van de maatstaf van de Hoge Raad voor terugbetaling en de belangen van beide partijen wegend, te bepalen dat de vrouw moet terugbetalen hetgeen zijn in de periode van 1 december 2013 tot 10 februari 2014 te veel aan kinderalimentatie heeft ontvangen. 08-10-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Moeder die na scheiding niet met het gezag over de kinderen is belast, wel belanghebbende bij het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling? De advocaat van de moeder voert aan dat zij door de rechtbank ten onrechte niet is aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 Rv. In afwijking van de uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2014:2665) hierover is de moeder wel belanghebbende. Zij heeft weliswaar geen gezag, maar zij is niet ontheven van het gezag. Zij heeft regelmatig contact met haar kinderen en met de gezinsvoogd. Zij is geen moeder op afstand. Zij wordt door de ots rechtstreeks in haar belangen geraakt. Zij wil graag uitbreiding van de omgangsregeling, maar ziet de gezinsvoogd op haar weg. Het hof overweegt in navolging van de genoemde uitspraak van de Hoge Raad dat de moeder door de ots niet rechtstreeks, maar hooguit indirect in haar belangen wordt geraakt en geen belanghebbende is bij de ots. Dat de moeder niet ontheven is van het gezag, maar het gezamenlijk gezag na echtscheiding beëindigd is, maakt dit niet anders. Uit de uitspraak van de Hoge Raad vloeit niet voort dat dit onderscheid van belang is voor de beoordeling van het belanghebbendebegrip. 08-10-2015
- Gerechtshof Den Haag Partneralimentatie. Afnemende behoefte naarmate partijen langer uit elkaar zijn. Het hof rekent de vrouw aan dat zij geen aantoonbare inspanningen heeft geleverd om in eigen levensonderhoud te voorzien, terwijl zij sinds de echtscheiding in 2006 evenmin inzicht heeft gegeven in de pogingen die zij vanaf 2007 heeft ondernomen om de echtscheiding te verwerken en om haar re-integratieproces in gang te zetten. Zij heeft evenmin inzichtelijk gemaakt op welke wijze zij heeft getracht haar uitgavenpatroon aan te passen uitgaande van de gedachte dat de huwelijksgerelateerde behoefte verbleekt naarmate de tijd verstrijkt na de scheiding. Naar maatschappelijke normen mag van de vrouw gevergd worden dat zij verantwoordelijkheid neemt om – naarmate de jaren na de echtscheiding verstrijken – te trachten in haar eigen levensonderhoud te gaan voorzien. De tendens van de afgelopen jaren is naar de opvatting van het hof dat algemeen wordt aangenomen dat van een onderhoudsgerechtigde kan en mag worden verwacht dat deze na een scheiding zo veel mogelijk zelf in zijn levensonderhoud voorziet. De opstelling van de vrouw acht het hof niet passend. Het hof stelt een staffel vast door middel van een lineaire afbouw tot aan het einde van de twaalfjaarstermijn per 27 december 2017. De verdiencapaciteit van de vrouw wordt gelijkgesteld met het minimumloon. Het hof oordeelt dat de te veel betaalde partneralimentatie niet hoeft te worden terugbetaald, nu deze een consumptief karakter heeft en is verbruikt. 30-09-2015
- Gerechtshof Amsterdam Partneralimentatie. Convenant wat betreft de behoefte van de vrouw aangegaan met grove miskenning van de maatstaven. Partijen zijn niet bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven. In het convenant is geen niet-wijzigingsbeding opgenomen. Het convenant kan dan worden gewijzigd als het is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven (artikel 1:401 lid 5 BW). Er moet dan een duidelijke wanverhouding zijn tussen een veronderstelde rechterlijke vaststelling van de partneralimentatie en de overeengekomen bijdrage. Partijen moeten zich daarvan niet bewust zijn geweest. De overeengekomen partneralimentatie is € 567. De aanvullende behoefte bedraagt uitgaande van een rechterlijke vaststelling € 2.723 bruto per maand. Bij de bepaling van de overeengekomen bijdrage hebben partijen zich niet georiënteerd op de rechterlijke maatstaven. Zij zijn daarvan dan ook niet bewust afgeweken. Evenmin heeft een door de man ingeschakelde advocaat beiden in dit opzicht iets voorgehouden. Afspraken omtrent de boedelverdeling zijn bij de bepaling van de hoogte van de partnerbijdrage niet betrokken. De vrouw is niet bijgestaan door een eigen juridisch deskundige. In het licht van deze feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat de behoefte van de vrouw met grove miskenning van de wettelijke maatstaven is vastgesteld. Het hof berekent de behoefte van de vrouw opnieuw. De draagkracht van de man is niet voldoende om in deze behoefte te voorzien, maar leidt er wel toe dat de vrouw ongeveer het dubbele zal ontvangen van wat op grond van het convenant was overeengekomen. 29-09-2015
- Gerechtshof Amsterdam Bewind en mentorschap. Horen van de rechthebbende door de voorzitter van het hof buiten aanwezigheid van appellante en andere belanghebbenden. Strijd met artikel 6 EVRM? De voorzitter van het hof heeft als raadsheer-commissaris de rechthebbende gehoord. Voorafgaande aan het verhoor is aan de advocaten in deze zaak telefonisch medegedeeld dat dit zou gaan gebeuren en wanneer. Van het verhoor is proces-verbaal opgemaakt. Dat is aan de betrokken advocaten toegezonden met gelegenheid tot reactie gedurende vier weken. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat bij het horen van rechthebbende artikel 6 EVRM, in het bijzonder het vereiste van hoor en wederhoor is geschonden. Partijen behoefden in de gegeven omstandigheden niet in de gelegenheid worden gesteld bij het verhoor aanwezig te zijn. De omstandigheid dat niet bij afzonderlijke beschikking is bepaald dat het verhoor van de rechthebbende door de voorzitter van het hof als raadsheer-commissaris diende plaats te vinden, kan er ook niet toe leiden dat het proces-verbaal van het verhoor buiten beschouwing moet blijven. Voorts is op geen enkele wijze gebleken dat de rechthebbende door de instelling is beïnvloed. Het verhoor heeft buiten aanwezigheid van enig persoon in dienst van de instelling plaatsgevonden. 22-09-2015
- Gerechtshof Amsterdam Schriftelijke aanwijzing aan de moeder; niet-ontvankelijk hoger beroep, nu hoger beroep tegen beschikking rechtbank is uitgesloten (artikel 807 Rv). Geen uitzondering daarop. Ouders hebben een relatie gehad. Daaruit is de minderjarige geboren. Ouders hebben gezamenlijk gezag. Over de omgangsregeling met de vader is al twee keer een kort geding gevoerd. De minderjarige is onder toezicht gesteld. Tijdens de ots geeft jeugdbescherming een aanwijzing aan de moeder die onder andere inhoudt dat de moeder moet meewerken aan de in te zetten hulpverlening om de strijd tussen de ouders weg te nemen. Voorts dat de moeder de omgang tussen de minderjarige en de vader hervat, zoals eerder in kort geding bepaald. Het hof overweegt dat een aanwijzing ex artikel 1:263 BW ingevolge artikel 1:264 BW door de kinderrechter op verzoek vervallen verklaard kan worden. Tegen deze beschikking staat op grond van artikel 807 aanhef en onder a Rv geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet. Anders dan de raadsman van de moeder meent, houden de genoemde aanwijzingen geen beperking van het contact tussen ouder en kind in waarop artikel 1:265f BW ziet, noch zien de aanwijzingen op een verzoek aan de kinderrechter om een omgangsregeling of zorgregeling vast te stellen. Voorts zijn onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld om het appèlverbod te doorbreken. De moeder is daarom niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. 15-09-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Mentorschap; vertegenwoordigingsbevoegdheid ouders als mentoren van hun dochter bij echtscheidingsverzoek. De ouders van de vrouw zijn tot mentor benoemd nadat de vrouw in coma was geraakt. De rechtbank heeft de ouders van de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot echtscheiding van hun dochter met haar man. De ouders stellen in hoger beroep dat niet de ouders van de vrouw als haar mentoren procespartij zijn, maar de vrouw zelf, daarbij vertegenwoordigd door haar advocaat en van advies voorzien door de ouders van de vrouw. Het huwelijk van de vrouw was een schijnhuwelijk om te bereiken dat de man een verblijfsvergunning in Nederland zou krijgen. Het huwelijk is nooit geconsumeerd. Het is duurzaam ontwricht. De vrouw wilde echtscheiding voordat zij in coma raakte. Het hof is van oordeel dat onweersproken is komen vast te staan dat de vrouw, gezien haar comateuze toestand, thans niet in staat is om haar wil omtrent een echtscheidingsverzoek te bepalen en de betekenis daarvan te begrijpen. De beslissing om een echtscheidingsverzoek is een hoogstpersoonlijke beslissing. Deze bevoegdheid komt volgens de Hoge Raad (28 maart 1980, NJ 1980/378) niet toe aan de curator. Datzelfde geldt naar het oordeel van het hof ook voor de mentor. Ook de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de advocaat strekt niet zover. De gestelde wil van de vrouw om van echt te scheiden, zoals in het verleden geuit, leidt niet tot een ander oordeel. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank. 09-09-2015