Te verrekenen vermogen. Partijen zijn in huwelijkse voorwaarden overeengekomen overgespaard inkomen jaarlijks te verrekenen. Aan dit beding is geen uitvoering gegeven, zodat het aanwezige overgespaarde niet gedeelde inkomen nog tussen hen moet worden verrekend. De vrouw heeft een bedrag van € 360.500 belegd. Die belegging is in rook opgegaan. Zij stelt dat dit bedrag van de vennootschappen van partijen afkomstig was. De man stelt dat dit bedrag privévermogen betrof en dat dit bedrag, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, onrechtmatig daaraan onttrokken is. Geen van beide partijen kan de stellingen bewijzen dat het gaat om hetzij vennootschappelijke gelden, hetzij privévermogen. Het hof gaat er daarom van uit dat dit vermogen gemeenschappelijke overgespaarde inkomsten betreft. Deze inkomsten stonden op een gemeenschappelijke bankrekening. De vrouw was bevoegd om over die rekening en die inkomsten te beschikken. Aangezien de belegging in rook is opgegaan, waren de overgespaarde inkomsten niet meer aanwezig en viel er niets meer te verrekenen. De veroordeling door de rechtbank van de vrouw om de helft van het bedrag te doen toekomen aan de man wordt vernietigd. Het oorspronkelijke verzoek van de man wordt afgewezen.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 22-07-2015