Ambtshalve wijziging gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag op verzoek minderjarige aan wie bijzondere curator is toegewezen mogelijk? In deze zaak is tussen de ouders in 1999 de echtscheiding uitgesproken. Het gezamenlijk gezag is in stand gebleven. Nadien heeft de moeder verzocht haar alleen met het gezag te belasten. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen. Dat is bekrachtigd door het hof. Thans heeft de minderjarige zich per brief tot de rechtbank gewend om de zorgregeling tussen hem en zijn vader te wijzigen. Er is een bijzondere curator benoemd die voor de minderjarige heeft verzocht om eenhoofdig gezag van de moeder. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen. Het hof beantwoordt de vraag of de bijzondere curator ten behoeve van de minderjarige dit verzoek kon doen, bevestigend. Het hof verwijst eerst naar HR 4 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2241. Het staat de minderjarige niet vrij een verzoek te doen tot wijziging van het gezag ex artikel 1:251a lid 4 BW, als de rechter zich daarover reeds een oordeel heeft gevormd. Dat geval doet zich hier voor (beschikking hof 7 juni 2011). Maar, zo stelt het hof, ten tijde van de beschikking van het hof, was de minderjarige 13 jaar oud en niet gebleken is dat de minderjarige in de procedure bij het hof is gehoord of daartoe is opgeroepen. Het moet ervoor worden gehouden dat dat niet is gebeurd en er geen rekening kon worden gehouden met de mening van de minderjarige. Gelet daarop en gelet op artikel 12 lid 2 IVRK, is het hof van oordeel dat de rechtbank zich terecht vrij heeft geacht ambtshalve op het verzoek van de minderjarige een beslissing te geven. Dat de bijzondere curator buiten het boekje is getreden, nu de minderjarige slechts om wijziging van de zorgregeling verzocht en zij heeft verzocht om gezagswijziging wijst het hof af.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28-07-2015