De man stelt bij het einde van het geregistreerd partnerschap een vergoedingsvordering in tegen de vrouw. De vordering wordt deels toegewezen. Geen halvering van de vordering als gevolg van het aangaan van een geregistreerd partnerschap.

Afwijzing verzoek kinderen om geregistreerd partnerschap van hun vader nietig te verklaren vanwege wilsonbekwaamheid. Nergens is uit gebleken dat de vader niet langer in staat was om zijn wil te bepalen en er zijn wel indicaties dat vader een bestendige wens had om verweerster verzorgd achter te laten.

Voormalig bewindvoerder van betrokkene is aansprakelijk vanwege nalaten dat ertoe heeft geleid dat er schulden bij de gemeente zijn ontstaan bestaande uit terugvorderingen van onterecht ontvangen (bijzondere) bijstand.

Partijen hebben lange tijd informeel samengeleefd. Bij het einde van de relatie vordert de man terugbetaling van twee leningen die partijen volgens hem zijn overeengekomen tijdens de relatie. Het is echter niet aannemelijk dat de facturen ter onderbouwing van de leningen authentiek zijn.

Gezagsbeëindiging in hoger beroep alsnog toegewezen. Voldaan aan de vereisten van artikel 1:266 lid 1 BW en artikel 8 EVRM. In artikel 8 EVRM wordt geen striktere maatstaf gehanteerd dan in artikel 1:266 BW. Het maken van een afweging tussen de belangen van het kind en die van de ouders is in beide artikelen het uitgangspunt.

Afwijzing voornaamswijziging minderjarige.

De man heeft zich op chat-sekssites voorgedaan als een vrouw en daarbij naaktfoto’s van zijn echtgenote en foto’s van haar kinderen gebruikt bij het chatten met andere mannen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank waarin het gezag over de minderjarige alleen aan de vrouw is toegekend en ziet evenals de rechtbank ook geen aanleiding een omgangsregeling vast te stellen. Daarnaast spelen nog enkele kwesties uit de vermogensrechtelijke afwikkeling, die hier buiten beschouwing blijven.

Rechtbank aanvaart bevoegdheid te beslissen over verbintenisrechtelijk geschil op uitdrukkelijk verzoek van partijen. Rechtbank bepaalt dat de vrouw niet onrechtmatig de zorgovereenkomsten met de man en zijn moeder heeft beëindigd, bepaalt dat de man bevoegd is tot toegang tot de DigD van het kind en wijzigt de zorgregeling niet.

De vrouw heeft geen spoedeisend belang en is niet-ontvankelijk in haar vorderingen voor zover die voorzieningen betreffen die in de verzoekschriftprocedure op grond van artikel 1:253a BW (hadden) kunnen worden verzocht.

Gezag over minderjarige. Verplichte procesvertegenwoordiging voor gecertificeerde instelling (art. 1:283 BW)? Maatstaf voor beoordeling verzoek ene ouder ex artikel 1:274 lid 2 BW om te worden belast met gezag nadat gezag andere ouder is beëindigd.