Ongehuwd samenleven. Vergoedingsrecht (ver)bouwkosten woning. Samenlevingsovereenkomst. Relatie met kosten van de huishouding. Uitleg/invulling bewijsopdracht rechtbank.

Verzoek machtiging gesloten jeugdhulp. De minderjarige verblijft op een gesloten groep. Hij erkent zijn problematiek en heeft regelmatig om hulp gevraagd. Desondanks is de hulpverlening onvoldoende van de grond gekomen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat niet langer aan de criteria voor een machtiging gesloten jeugdhulp is voldaan. De minderjarige kan als gevolg van zijn problematiek echter ook nog niet terug naar huis. De machtiging gesloten jeugdhulp wordt voor korte duur toegewezen tot het moment dat de minderjarige op een open groep terechtkan.

Een vader verzoekt schorsing van de werking van de beschikking in eerste aanleg waarin de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij moeder is bepaald. De vader wenst dat een voorlopige voorziening wordt getroffen inhoudende dat de minderjarige haar hoofdverblijfplaats bij vader heeft totdat het hof onherroepelijk heeft beslist over de hoofdverblijfplaats. Het hof wijst het verzoek van de vader gemotiveerd af.

Ontkenning van het ouderschap. Een kind is geboren uit een naar Pakistaans recht geldend huwelijk, terwijl naar Nederlands recht de vrouw nog getrouwd was met een andere man. Het hof acht genoeg feiten en omstandigheden aangedragen om met voldoende zekerheid te kunnen vaststellen dat de man niet de biologische vader en de verwekker van het kind is.

Handhaving van de strikte maatstaf omtrent toestemming tot erkenning. De moeder heeft geen misbruik gemaakt van haar bevoegdheid om toestemming te verlenen tot erkenning aan haar nieuwe man.

Machtiging bewindvoerder om namens rechthebbende hoger beroep in te stellen. Geen tegenstrijdig belang van bewindvoerder en rechthebbende. Toetsingskader is of de bewindvoerder een lichtvaardig besluit heeft genomen en niet een belangenafweging. Niet-ontvankelijkheid hoger beroep vanwege ontbreken belang bewindvoerder en ontbreken inleidend verzoekschrift in procesdossier.

Tussen partijen is de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk in geschil. Dit betreft zowel de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, als de verdeling van de voormalige echtelijke woning. Ook strijden partijen over de vaststelling van een gebruiksvergoeding voor de echtelijke woning vanaf de datum van de ontbinding van het huwelijk.

Een man verzoekt om wijziging van de hoogte van de partneralimentatie die zij ten behoeve van de vrouw hebben afgesproken in het echtscheidingsconvenant. De man wordt door het hof niet-ontvankelijk verklaard omdat geen sprake is van een wijziging van omstandigheden (art. 1:401 lid 1 BW). Bij de uitleg van de afspraken van partijen moet het Haviltex-criterium worden toegepast. Daarbij is aannemelijk geworden dat partijen een ‘packagedeal’ hebben gesloten en dat de hoogte van het alimentatiebedrag niet zou wijzigen op het moment dat de lijfrentepolis zou expireren.

Voldoende spoedeisend belang voor vaststelling van de tijdelijke verblijfplaats van de minderjarige tot de beslissing hierover in de bodemprocedure.

Vervangende toestemming voor inschrijving van een minderjarige op een basisschool in de woonplaats van moeder, terwijl de ouders in een addendum bij het ouderschapsplan andere afspraken hadden gemaakt.