BEM-clausule beheer over vermogen van minderjarige en machtiging voor het instellen van hoger beroep.

Gerechtelijke vaststelling vaderschap. De man wordt verplicht mee te werken aan een DNA-onderzoek met een dwangsom en lijfsdwang.

Verlenging ondertoezichtstelling artikel 1:260 lid 1 jo. 1:255 lid 1 BW. Niet is voldaan aan de gronden voor ondertoezichtstelling.

Eenhoofdig gezag artikel 1:253n BW. Er is sprake van een onaanvaardbaar risico dat kinderen bij voortduring van gezamenlijk gezag klem of verloren raken tussen de ouders. Voor de bepaling van het eenhoofdig gezag is niet doorslaggevend of de beschuldigingen van seksueel misbruik door de kinderen juist zijn.

Indien het niet mogelijk is een persoon die de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende of betrokkene geniet, of de echtgenoot, geregistreerd partner of een andere levensgezel tot bewindvoerder of mentor te benoemen wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot bewindvoerder of mentor benoemd. Echter, verdeeldheid binnen de familie kan benoeming van een onafhankelijk bewindvoerder of mentor noodzakelijk maken.

Voorlopige voorzieningen. Een provisioneel verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv kan pas worden verzocht indien en nadat een bodemprocedure aanhangig is gemaakt (i); er samenhang bestaat tussen hetgeen bij wijze van voorlopige voorziening wordt verzocht en het verzochte in de bodemprocedure (ii) en de verzoeker voldoende belang heeft bij zijn verzoek in die zin dat van hem redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht (iii).

Beëindiging van het gezag is in het belang van de minderjarige noodzakelijk (art. 1:253n BW). Ten aanzien van de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige sluit het hof aan bij de in het kader van het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voorgestelde regeling. Het hof stelt een informatieregeling vast. De regie van de invulling van deze informatieregeling ligt bij de in het kader van de heden uit te spreken ondertoezichtstelling van de minderjarige te benoemen jeugdbeschermer (art. 1:377b BW).

Moeder is verhuisd met de kinderen en vraagt na verhuizing om vervangende toestemming. Rechtbank wijst dit verzoek af en kinderen krijgen hoofdverblijfplaats bij vader. Verzoek moeder op grond van artikel 1:253a lid 1 BW om vervangende toestemming verhuizing ook in hoger beroep afgewezen.

Voldaan aan de gronden van artikel 1:255 BW. Geen omgangsondertoezichtstelling.

Vernietiging erkenning en gerechtelijke vaststelling ouderschap. Rechtbank gaat voorbij aan de wettelijke termijn (art. 1:205 lid 4 BW).