Beschikking na verwijzing Hoge Raad 14 april 2017. Het hof heeft bepaald dat de man, gelet op de omstandigheden van het geval, geen aanspraak kan maken op afstorting van het aandeel in het in eigen beheer opgebouwde pensioen door de vrouw als directeur-grootaandeelhouder van [X] B.V. Daarbij heeft het hof onder andere in aanmerking genomen dat de man pas na drie jaar een beroepschrift heeft ingediend en dat er onzekerheid bestaat over de in de toekomst te behalen rendementen en over de toekomstige verdiencapaciteit van de vrouw.

Vaststelling ouderschap (art. 1:207 lid 2 BW).

Verzoek gezamenlijk gezag (art. 1:253c BW).

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is op dit moment niet in het belang van het kind.

Er zijn geen gewichtige redenen in de zin van artikel 1:448 lid 2 BW om de huidige (professionele) bewindvoerder te ontslaan. Daarvan is sprake als het belang van rechthebbende wordt geschaad door het handhaven van de huidige situatie met deze bewindvoerder. Het hof brengt het belang van betrokkenheid van de familie nadrukkelijk onder de aandacht van de (professionele) bewindvoerder en geeft aan de bewindvoerder de suggestie om, bij gebleken voldoende geschiktheid van verzoekster, zus van de rechthebbende, in de toekomst vrijwillig mee te werken aan de overdracht van het bewind.

Verdeling ontbonden gemeenschap. De vrouw heeft uit hoofde van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aanspraak op de helft van de banksaldi van partijen zoals deze aanwezig waren op de peildatum. Nu zij na die peildatum een bedrag aan de gemeenschap heeft onttrokken, moet die onttrekking bij de verdeling aldus worden verrekend dat ieder van partijen nog steeds de helft van de saldi ontvangt.

Een vader van wie het gezag al geruime tijd is beëindigd komt in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank waarin een omgangsregeling van één weekend per acht weken met zijn kind is vastgesteld. Hij verzoekt uitbreiding van de omgangsregeling en (aanvullend) herstel in het gezag. Het hof oordeelt dat uitbreiding van de omgangsregeling gerechtvaardigd is gelet op het belang hiervan voor de identiteitsontwikkeling van de minderjarige. Het verzoek tot herstel in het gezag wordt afgewezen.

Voorstel beantwoording prejudiciële vragen over reikwijdte machtiging uithuisplaatsing in geval van een vakantie – al dan niet in het buitenland – van kind met pleegouders.

Wijze van verdeling huwelijksgoederengemeenschap, 34 jaar na ontbinding, door verkoop echtelijke woning en verdeling (ieder de helft) van de overwaarde, kosten en eigenaarslasten. Peildatum waardering woning: datum van verdeling of datum echtscheiding? Als peildatum voor de waardering van de tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen geldt de datum van de verdeling, tenzij partijen een andere datum zijn overeengekomen of op grond van redelijkheid en billijkheid een andere datum moet worden aanvaard. Daarvan is geen sprake. Falend beroep op rechtsverwerking.

Eenhoofdig gezag. Vader komt in hoger beroep tegen de beschikking dat de moeder het eenhoofdig gezag heeft gekregen. Het hof bekrachtigt deze beschikking omdat hij nauwelijks contact heeft met het kind en in het geheel geen contact met de moeder, waardoor vader geen zicht heeft op de ontwikkeling van het kind en diens behoeften.