Beëindiging ouderlijk gezag. Artikel 8 EVRM eist dat de belangen van het kind en die van de ouders tegen elkaar worden afgewogen. Een kinderbeschermingsmaatregel moet in beginsel tijdelijk zijn, maar de belangen van het kind om – na het verstrijken van een aanzienlijke periode – zijn feitelijke gezinssituatie bij pleegouders te kunnen voortzetten, kunnen prevaleren boven de belangen van de ouders bij gezinshereniging.

De noodzaak tot bewind is niet langer aanwezig. De verzoeker die een stoornis in het autismespectrum heeft, is gegroeid in zijn zelfstandigheid en is voldoende in staat om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf, met de bijstand van de vader wanneer dat nodig is, behoorlijk waar te nemen.

Gezamenlijk gezag en zorgregeling. Het hof bekrachtigt de toewijzing van gezamenlijk gezag en vaststelling van een zorgregeling, omdat de vader goed voor de minderjarige zorgt, al heeft hij daar begeleiding bij nodig. Geen grond om te vrezen dat de minderjarige klem of verloren zal raken. Evenmin reden om aan te nemen dat begeleider die toeziet op de omgang tussen vader en kind niet geschikt zou zijn.

Kinderbescherming. Spoedmachtiging uithuisplaatsing van een kind voor wie geen geboorteaangifte is gedaan.

Kinderbescherming. De minderjarige komt in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank in eerste aanleg waarin een machtiging gesloten jeugdhulp is verleend voor de duur van zes maanden. Het hof wijst het verzoek van de minderjarige af en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.

Zorgregeling minderjarigen. Verzoek tot schorsing van de in eerste aanleg vastgestelde zorgregeling en zelfstandige verzoeken in hoger beroep. Hof stelt een zorgregeling vast in een voorlopige-voorzieningenprocedure en legt een dwangsom op ter nakoming. De ouders moeten hulp gaan zoeken en bij de behandeling van de hoofdzaak laten zien welke acties zij ondernomen hebben.

WV/Landkreis Harburg. Gerechtelijke samenwerking in civiele zaken. Rechtsmacht in zaken over alimentatieverplichtingen. Reikwijdte van Verordening (EG) 4/2009. Toepassing van artikel 3 onder b) Verordening (EG) 4/2009. Rechter van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde. Regresvordering ingesteld door een in de rechten van de onderhoudsgerechtigde gesubrogeerd openbaar lichaam.

JE/KF. Artikel 10 Verordening (EU) 1259/2010. Nauwe samenwerking op het gebied van het recht dat van toepassing is bij scheiding en scheiding van tafel en bed. Scheiding van tafel en bed is een voorwaarde voor echtscheiding volgens het toepasselijk recht. Het land waar de zaak aanhangig is kent geen scheiding van tafel en bed. Toepassing van het recht van de staat waar de zaak aanhangig is.

FX/GZ. Bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen over alimentatieverplichtingen. Artikel 41 lid 1 Verordening (EG) 4/2009. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Artikel 24 punt 5 Verordening (EU) 1215/2012. Executoriale titel waarbij aanspraak op levensonderhoud wordt vastgesteld. Beroep ter voorkoming van tenuitvoerlegging. Bevoegdheid van het gerecht van de lidstaat van tenuitvoerlegging.

Fatkhutdinov/Rusland. Klager niet-ontvankelijk in verzoeken om contact met zijn kind te mogen hebben nadat zijn gezag werd beëindigd. Schending artikel 8 EVRM.