In een schriftelijke aanwijzing heeft de GI een beperkte omgangsregeling met de moeder van het kind dat in een pleeggezin verblijft, vastgesteld. De moeder verzoekt om vervallenverklaring van de aanwijzing, om uitbreiding van de omgangsregeling en om onbegeleide omgang. De eerste vraag is of hoger beroep openstaat; de rechtbank oordeelde van niet, het hof meent dat ingevolge artikel 807 aanhef en onder a Rv hoger beroep wel mogelijk is. De tweede vraag is of onderzoek naar het perspectief van het kind instandhouding van de begeleide omgang in de schriftelijke aanwijzing rechtvaardigt. De GI vindt van wel. Het hof vindt echter dat de wijze waarop de omgangsregeling zal worden uitgevoerd in verband met het perspectiefonderzoek, losstaat van de vraag naar wat op dit moment de omgangsregeling is die het meest in het belang van de minderjarige is.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2020