Kort geding. Vrouw vordert medewerking aan rabbinale echtscheiding. Ex-echtgenoot handelt in de gegeven omstandigheden onrechtmatig door zijn medewerking aan de rabbinale echtscheiding te weigeren.

N.S./Kroatië. Grootmoeder strafrechtelijk vervolgd voor het openbaren van informatie over een administratieve rechtszitting over kleindochter. Geheimhouding van zittingen over kinderen. Grootmoeder op televisie waar ze een discussie voerde over procedures over kinderen, waarbij niet werd ingegaan op de details van de zaak. Nationale rechter maakte geen afweging van het belang bij bespreking van onderwerpen van openbaar belang tegen het belang de geheimhouding in het belang van de minderjarige. Schending artikel 10 EVRM.

Levchuk/Oekraïne. Huiselijk geweld. Verzoek van de vrouw om de man het recht te ontnemen om in de woning te wonen werd niet toegekend. EHRM oordeelt dat nationale rechters verplicht zijn tot het doen van uitputtend onderzoek naar alle omstandigheden van het geval. Door lange duur van de procedure is vrouw blootgesteld aan risico van herhaald huiselijk geweld. Schending artikel 8 EVRM.

Vervangende toestemming voor verzoek tot geslachtsnaamswijziging minderjarige na scheiding. Ondanks negatief advies van de Raad voor de Kinderbescherming toch vervangende toestemming verleend.

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap, waartoe een hond behoort. Van verknochtheid aan de man van de hond is geen sprake. Schenkingen door de ouders van de vrouw aan de vrouw onder uitsluitingsclausule. Aan de vrouw komt vergoedingsrecht toe.

Kinderalimentatie. Er is sprake van verwijtbaar voor herstel vatbaar inkomensverlies van de man. Het hof gaat uit van het oorspronkelijke inkomen. Het hof verhoogt het draagkrachtloos inkomen van de man vanwege zijn schuldenlast met € 399 per maand.

Partneralimentatie. Zodanig grievend gedrag dat partneralimentatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Afstamming. Verzoek tot ontkenning van het vaderschap van de vader na diens overlijden door de zoon. De zoon wil niet zijn eigen familierechtelijke betrekking met de vader verbroken zien, maar die van zijn zus die binnen 300 dagen na ontbinding van het huwelijk tussen zijn moeder en zijn vader is geboren en destijds geacht werd het kind van zijn vader te zijn. Zijn zus is evenwel het biologische kind van de man met wie de moeder na de scheiding is gehuwd. De zoon wil de erfenis van zijn vader niet delen met zijn zus. Het verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Burgerlijke stand. Doorhaling van onjuiste latere vermelding betreffende de ontbinding van een huwelijk, ook al leidt dit ertoe dat het nieuwe huwelijk van de man nietig verklaard zal worden. Er is, als een gegeven in een akte van de burgerlijke stand onjuist is, geen ruimte voor belangenafweging.

Beschermingsbewind. In eerste aanleg is de rechthebbende niet gehoord door de kantonrechter, maar heeft hij met een juridisch medewerker gesproken. Hof vernietigt de beschikking en wijst het verzoek tot onderbewindstelling af.