Erkenning ongeboren vrucht heeft niet plaatsgevonden wegens premature geboorte kinderen. Kinderen zijn kort nadien overleden. Vader staat niet als juridische vader in de geboorteakte vermeld en evenmin is gekozen voor de naam van de vader. Strijd met artikel 8 EVRM. Alsnog moet de mogelijkheid worden opengesteld om de wensen van de ouders in te willigen, nu in het onderhavige geval het respect voor hun familie- en gezinsleven eist dat het belang van de biologische en sociale werkelijkheid, en de wensen van de ouders dienen te prevaleren boven de lacune in de Nederlandse wet.

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bij echtscheiding. Draagplicht schuld aan woningstichting. Geen bijzondere omstandigheden om van de draagplicht bij helfte af te wijken.

Partner- en kinderalimentatie. Vrouw niet-ontvankelijk in incidenteel appel over kinderalimentatie nu zij geen rechthebbende is ten aanzien van de bijdrage voor de meerderjarige kinderen.

Wijziging geslachtsnaam. Hof staat wijziging van de geslachtsnaam van het kind dat de naam van de moeder heeft, in de naam van de vader toe op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval. De wettelijke onmogelijkheid om de geslachtsnaam van de minderjarige voordat zij meerderjarig wordt te wijzigen, is in dit bijzondere geval in strijd met het recht op identiteit en met het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven.

Verzoek GI om vervangende toestemming voor een medische behandeling, gebaseerd op artikel 1:265e lid 1 sub b BW. Verzoek is niet toewijsbaar in dit geval. De minderjarige is 14 jaar en in staat tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake. Dan kan geen vervangende toestemming worden verleend. Het geschil tussen de ouders over de medische behandeling zal op grond van artikel 1:253a aan de rechter moeten worden voorgelegd.

Is de vrouw voor de helft draagplichtig voor in de huwelijksgemeenschap vallende belastingschulden van de man? In cassatie wordt geklaagd dat het hof bij de beantwoording van deze vraag ten onrechte niet de (ruimere) maatstaf van het met ingang van 1 januari 2018 in werking getreden artikel 1:100 lid 2 BW heeft toegepast, doch de voordien geldende, in de rechtspraak ontwikkelde (stringentere) maatstaf. Is moment van ontbinding of moment van verdeling bepalend voor toepasselijkheid van deze bepaling?

Verstrekking dossier door GI. De kinderrechter verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek om de GI te veroordelen tot het verstrekken aan hem van het volledige dossier. Reden is dat de vader al een klachtprocedure had doorlopen. Hij had binnen zes weken daarna een verzoek moeten indienen bij de rechtbank, maar heeft dat niet gedaan. Het ingediende verzoek is nu te laat en de vader daarin dus niet-ontvankelijk.

Verrekening op grond van niet-nagekomen periodiek verrekenbeding (art. 1:141 BW). Bewijsvermoeden van artikel 1:141 lid 3 BW heeft uitsluitend betrekking op de vraag of het aanwezige vermogen al dan niet gefinancierd is uit hetgeen verrekend had moeten worden. Ten aanzien van de omvang (waarde) van het te verrekenen vermogen op de peildatum gelden de gewone regels voor stelplicht en bewijslast.

Moeder verblijft op Curaçao. Haar kind in Nederland bij een oudtante. Die verzoekt om de voogdij. Er zijn evenwel geen feiten of omstandigheden gebleken waaruit volgt dat de moeder al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert om het gezag over de minderjarige uit te oefenen. Verzoek wordt afgewezen.

Kinderalimentatie. Wijziging met aanmerkelijke terugwerkende kracht, onder meer vanwege het feit dat de moeder is hertrouwd, maar daarover de man noch de rechtbank juist heeft geïnformeerd.