Ontvankelijkheid hoger beroep. Beslissing is telefonisch bekendgemaakt aan partijen op 31 juli 2018. Toen is de beroepstermijn gaan lopen. De beschikking is gedateerd 10 augustus 2018. Het hogerberoepschrift is op 9 november 2018 bij het hof binnengekomen. Dat is te laat. Termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Hof verklaart de moeder niet-ontvankelijk in het hoger beroep.

Partneralimentatie. Behoeftigheid van de vrouw. Hof oordeelt dat van de vrouw in redelijkheid gevergd kan worden dat zij zich zodanig inspant dat zij, mede gelet op haar leeftijd, opleiding en ervaring, op een termijn van één jaar na de datum van de beschikking van het hof in eigen levensonderhoud kan voorzien. Met ingang van 15 maart 2020 wordt de partneralimentatie op nihil gesteld.

Verlening machtiging gesloten jeugdzorg. Met de verzuchting dat het bekostigingssysteem van de jeugdzorg meebrengt dat er geen passende plaats voor de minderjarige in een besloten of open setting kan worden gevonden, waardoor de minderjarige al te lang in de gesloten jeugdzorg moet blijven.

Partneralimentatie; grievend gedrag. Vrouw stuurt voor de man belastende e-mails naar de werkgever van de man. De man is daarop ontslagen. Toch geen zodanig grievend gedrag dat de lotsverbondenheid hierdoor is verbroken. De vrouw heeft de man met het doorsturen van de e-mails niet valselijk beschuldigd. De man heeft zijn werkgever door zijn werkwijze daadwerkelijk benadeeld. Alimentatie blijft in stand.

De ene broer verzoekt ondercuratelestelling dan wel bewind voor zijn moeder. Hij heeft twee andere broers aan wie de moeder bij levenstestament volmacht heeft gegeven om namens haar op te treden. Zij heeft dat gedaan op een tijdstip dat zij nog in staat was haar wil te bepalen en de gevolgen te overzien. Hof oordeelt dat er geen bijzondere reden is om van het levenstestament af te wijken. Verzoek wordt afgewezen.

Verzoek tot nietigverklaring huwelijk omdat het onder dwang zou zijn gesloten, wordt afgewezen. De echtscheiding wordt uitgesproken. Verzoek tot verrekening wordt afgewezen, omdat onduidelijk is of ten tijde van de ontbinding van het huwelijk het te verrekenen vermogen positief zal zijn, een voorwaarde voor verrekening die in de huwelijkse voorwaarden is bepaald. Rechtbank wenst niet aan te houden tot de echtscheiding is ingeschreven in de registers.

Geen beëindiging van het gezag. Hof vernietigt beslissing van de rechtbank die het gezag van de moeder had beëindigd. Hof herstelt de moeder in het gezag. De ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing blijven bestaan. Alle betrokkenen, ook de moeder, vinden dat het perspectief van de minderjarige niet bij de moeder ligt. Dat is ook voor de minderjarige duidelijk. Waar het perspectief wel ligt, is nog onduidelijk.

Echtscheiding; nevenvoorzieningen; verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Hof oordeelt dat het verzoek van de man om vergoeding van de schade door hem geleden omdat de vrouw niet meewerkte aan levering van de echtelijke woning aan de man (daar was een kort geding voor nodig) een nevenvoorziening is als bedoeld in artikel 827 lid 1 onder f Rv. Voldoende samenhang met het verzoek tot echtscheiding, behandeling zal niet tot onnodige vertraging van het geding leiden.

Mifsud/Malta

Verplichting mee te werken aan DNA-onderzoek in het kader van vaderschapsprocedure. Privéleven. Artikel 8 EVRM. Afweging botsende belangen in het licht van feiten en omstandigheden. Bescherming van recht op afstammingsgegevens van dochter tegenover belangen putatieve vader en de belangen van anderen. Waren belangen daadwerkelijk afgewogen? Procedureel aspect van artikel 8 EVRM. Geen schending.

Klaus Manuel Maria Brisch 

Artikel 65 lid 2 Verordening (EU) nr. 650/2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring. Europees erfrechtverklaring. Aanvraag voor een certificaat. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1329/2014. Verplicht of vrijwillig gebruik van het formulier dat in artikel 1 lid 4 Uitvoeringsverordening is opgenomen.