GI deelt per e-mail mee geen gehoor te kunnen geven aan het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling in de vorm van een schriftelijke aanwijzing. Het hof oordeelt dat deze e-mail te beschouwen is als een aanwijzing, althans een fictieve weigering, met betrekking tot de omgang, als bedoeld in artikel 1:265f BW, waartegen hoger beroep openstaat.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 13-12-2017