Hoe om te gaan met een ‘samenleven als waren zij gehuwd’ in een voorlopige voorzieningenprocedure? Rechtbank stelt een beperkte bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw vast.

Uit de omstandigheid dat in artikel 1:253a BW is bepaald dat de rechter zodanige beslissing neemt als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt, mag niet worden afgeleid dat bij geschillen over gezamenlijke gezagsuitoefening het belang van het kind altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De rechter neemt bij zijn beslissing over geschillen als bedoeld in artikel 1:253a BW alle omstandigheden van het geval in acht, wat in voorkomend geval ook ertoe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind, hoezeer ook dat belang een overweging van de eerste orde dient te zijn bij de te verrichten afweging.

Einde alimentatieplicht wegens afgenomen lotsverbondenheid na bijna zeven jaar betaling van alimentatie.

Verzoek ex artikel 223 Rv tot machtiging tot verkoop van woning met toebehoren op de voet van artikel 3:174 BW tijdens scheidingsprocedure. Verzoek toegewezen, ook al betreft het niet een voorlopige voorziening die in het kader van een scheidingsprocedure kan worden gevraagd ex artikel 821-826 Rv.

Voorziening in de voogdij over Senegalees kind. Senegalese gezagsbeslissing erkent de rechtbank niet. Rechtbank kent in weerwil van het advies van de Raad voor de Kinderbescherming de voogdij toe aan de vrouw die het kind mee naar Nederland heeft genomen en sindsdien alhier verzorgt en opvoedt.

Samenleven als waren zij gehuwd (artikel 1:160 BW). Geen verschil van mening dat tussen de vrouw en haar nieuwe partner een duurzame affectieve relatie bestaat. Hof acht op grond van rechercherapport voorshands het bewijs geleverd van samenwoning en gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging en laat de vrouw toe tot tegenbewijs. Vrouw slaagt niet in tegenbewijs. Alimentatieplicht beëindigd. Terugbetaling onverschuldigd betaalde alimentatie vanaf 1 april 2014.

Afwikkeling samenleving. Vorderingen over en weer tot afgifte van goederen. Wie is eigenaar van de goederen?

Kinderontvoering? Kind is geboren in Egypte uit een Nederlandse moeder, die mogelijk ook Egyptisch is. Het kind heeft beide nationaliteiten. De man is Egyptisch. Ten tijde van de overbrenging van het kind naar Nederland verbleven allen in Tsjechië, alwaar de man een andere vrouw en vijf kinderen had. Niet is komen vast te staan dat de man en vrouw in Egypte zijn gehuwd en dat er in Egypte of Tsjechië tussen de man en het kind een afstammingsrelatie is ontstaan. Geen kinderontvoering vanuit Tsjechië naar Nederland.

Kort geding. Vader heeft het eenhoofdige gezag en verhuist met de kinderen naar Engeland. Moeder vordert verhuisverbod. De belangen van de kinderen zijn niet onaanvaardbaar in het gedrang gebracht. De ontwikkeling van de banden met de moeder zijn evenmin ernstig bemoeilijkt. De vordering wordt afgewezen.

Schenking door ouders van de vrouw door overmaking bedrag op rekening hypotheekverstrekker. Schenking bekrachtigd bij notariële akte. Daarin is een uitsluitingsclausule opgenomen. Is de schenking zelf onder uitsluitingsclausule gedaan aan de vrouw? Of is de schenking in de gemeenschap van goederen gevallen? Rechtbank is van oordeel dat het laatste het geval is. Het hof houdt de zaak aan in verband met het gedane bewijsaanbod van de vrouw.