Kinderrechter verlengt ambtshalve de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van twee maanden zonder partijen te horen; herstel van het verzuim in hoger beroep; geen schending van artikel 6 en 8 EVRM. Hoger beroep wordt verworpen wegens gebrek aan belang.

Draagplicht voor de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. Het hof oordeelt op grond van de huwelijkse voorwaarden dat sinds het einde van de gemeenschappelijke huishouding ieder van de echtgenoten zijn eigen kosten van de huishouding dient te voldoen en partijen over en weer geen draagplicht meer hebben aan de kosten van de huishouding van de ander.

Herstelbeschikking door de rechtbank. Gaat de beroepstermijn lopen vanaf de oorspronkelijke beschikking of vanaf de herstelbeschikking?

Partijen bereiken voorafgaande aan de zitting overeenstemming dat de man geen kinderalimentatie verschuldigd is omdat hij geen draagkracht heeft. Het hof vindt dat de mondelinge behandeling toch moet doorgaan en gelast die. Het staat partijen immers niet geheel vrij om in het nadeel van een kind af te wijken van de wettelijke uitgangspunten ten aanzien van de kinderalimentatie.

In hoger beroep is de vraag aan de orde of de echtscheidingsbeschikking tijdig is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand?

De stiefouder doet een eenzijdig verzoek tot gezamenlijk gezag met de moeder (artikel 1:253t BW). De moeder steunt het verzoek niet. De rechtbank gaat voorbij aan de eis dat dit verzoek samen met de ouder van het kind moet worden ingediend. De rechtbank wijst vervolgens het verzoek tot gezamenlijk gezag toe.

Contact of omgang en informatieregeling tussen vader die als ongewenst vreemdeling gedetineerd zit en zijn dochter. Onveiligheid? Hof vraagt Raad voor de Kinderbescherming onderzoek te doen.

Aansprakelijkheid van voormalige echtgenote voor een gemeenschapsschuld uit door de echtgenoot gesloten overeenkomst van geldlening. Beroep op artikel 1:88 sub c BW faalt.

Een zorgkantoor noch de SVB kunnen aan het verstrekken van een pgb als voorwaarde stellen dat een beschermingsbewind en/of mentorschap wordt ingesteld. Wel kan als voorwaarde worden gesteld dat een dergelijke maatregel wordt verzocht, maar het is de kantonrechter die oordeelt over oplegging ervan.

Moeder legt via haar advocaat een geschil over de uitvoering van de ondertoezichtstelling voor (artikel 1:262b BW). Rechtbank wijst het verzoek af, omdat alvorens een geschil voor te leggen redelijke en aantoonbare inspanningen worden verwacht om het geschil met de moeder en de GI op te lossen. Daarvan is niet gebleken.