Officier van justitie verzoekt nietigverklaring van vier erkenningen in Nederland in 1998 en 1999 gedaan van Colombiaanse kinderen. Rechtbank stelt eerst vast dat zij rechtsmacht heeft. Voorts dat de door de officier gepresenteerde rechtsfeiten en rechtshandelingen voor erkenning in aanmerking komen. De rechtbank past Nederlands recht toe op de verzoeken tot nietigverklaring en verklaart de erkenningen nietig wegens strijd met de openbare orde.

Man verzoekt in hoger beroep van echtscheidingsbeschikking een bepaalde verdeling. Hof wijst verzoek af, omdat de man geen vermogensbeschrijving heeft overgelegd die de basis kan vormen voor de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden inhoudende uitsluiting van de gemeenschap van goederen met periodiek verrekenbeding. Vrouw vordert in hoger beroep afgifte van de sleutels van de woning die aan haar is toebedeeld. Hof overweegt dat deze vordering geen verzoek tot een nevenvoorziening is als bedoeld in artikel 827 Rv en dat een dergelijke vordering niet voor het eerst in hoger beroep kan worden gedaan. Niet-ontvankelijkheid.

Kan van de benoeming van een bijzondere curator in hoger beroep worden gegaan? Neen, oordeelt het hof. Het gaat om een tussenbeschikking die geen einde maakt aan enig deel van het geschil.

Kinderalimentatie. Goederen van de vader staan onder beschermingsbewind. De vader zelf heeft nihilstelling kinderalimentatie verzocht. Dat is afgewezen door de rechtbank. Is de vader, die zelf in hoger beroep gaat, ontvankelijk in zijn hoger beroep?

Partijen strijden over de vraag of na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap, maar voor de ontbinding van het huwelijk ten aanzien van bepaalde kosten van de huishouding, artikel 1:84 BW dient te prevaleren boven artikel 1:100 BW, dat wil zeggen verdeling van de kosten naar rato van ieders inkomen of ieder voor de helft als gemeenschapsschuld. Hof past artikel 1:84 BW toe.

Bewind van een derde over vermogen van twee minderjarige zussen na overlijden van hun moeder. Aansprakelijkheid voor slecht bewind? Het hof beantwoordt deze vraag, anders dan de kantonrechter, ontkennend. De bewindvoerder heeft na ontslag rekening en verantwoording afgelegd ten overstaan van kantonrechter. Gelet op alle overige feiten en omstandigheden geen aansprakelijkheid.

Centraal staat de vraag of de man in de appèlprocedure inzake het recht op omgang voldoende gelegenheid heeft gehad om te reageren op een aan het hof uitgebrachte rapportage. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend en oordeelt dat het in artikel 19 Rv neergelegde beginsel van hoor en wederhoor is geschonden.

Stiefouder is onderhoudsplichtig jegens stiefkind en twee kinderen uit een eerdere relatie. Wordt met zijn onderhoudsplicht jegens het stiefkind rekening gehouden? In dit geval niet.

Verblijf in een accommodatie voor geestelijke gezondheidszorg als een van de voorwaarden verbonden aan een voorwaardelijk machtiging plaatsing gesloten jeugdzorg. Is dan voor het verblijf in die accommodatie voor geestelijke gezondheidszorg apart nog weer een machtiging uithuisplaatsing nodig (artikel 1:265a BW)? GI meent van wel, hof is van oordeel dat dat niet nodig is.

In 2006 kenbaar gemaakt voornemen van de man tot erkenning van zijn kind. Kort daarop erkenning door een andere man die eerst negen jaar nadien wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Man doet verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning pas op 26 maart 2015. Erkenning door andere man is onvoorwaardelijk geworden. Geen misbruik van bevoegdheid door de moeder om toestemming te geven aan andere man.