Pensioenverweer (artikel 1:153 BW). Hof honoreert het pensioenverweer van de vrouw in hoger beroep. Als gevolg van de echtscheiding kan het uitzicht van de vrouw op partnerpensioen van de Verenigde Naties in ernstige mate verminderen of teloorgaan. Er is geen billijke voorziening getroffen. Daarom wordt het verzoek tot echtscheiding in hoger beroep afgewezen. Verder verklaart het hof de jongmeerderjarige niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de nevenvoorziening over de kinderalimentatie.

Moeder verzoekt het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten. Vader is opgenomen in een GGZ-instelling en heeft een verstrekkend straat- en contactverbod van een jaar. Gelet hierop is er tijdelijke onmogelijkheid voor de vader om het gezag uit te oefenen. Het gezag van de vader is daarom geschorst. De moeder oefent het gezag voorlopig alleen uit, zolang de behandeling van de vader voortduurt. Rechtbank houdt de zaak aan.

De door de moeder aan haar nieuwe partner gegeven toestemming tot erkenning was slechts voorwaardelijk, nu de verwekker vóór die erkenning door middel van een brief van zijn advocaat aan de moeder heeft verzocht om hem toestemming te geven tot erkenning en hij vervolgens binnen de termijn van drie maanden een verzoek bij de rechtbank tot vervangende toestemming tot erkenning heeft ingediend.

Mocht de gemeente gebruik maken van haar verhaalsbevoegdheid, gelet op haar beleidsregel dat er slechts sprake is van deze bevoegdheid indien er een causaal verband is tussen de echtscheiding en de bijstandsbehoefte? Hof vindt van niet. Van belang is in hoeverre de vrouw zelf in haar behoefte kan voorzien dan wel in hoeverre haar van het niet daarin (kunnen) voorzien een verwijt gemaakt kan worden. Gemeente heeft onvoldoende gedaan om de vrouw naar werk te begeleiden.

Partijen hebben samen twee kinderen. De man heeft het kind van zijn nieuwe partner erkend. De man is onderhoudsplichtig jegens drie kinderen. De nieuwe partner van de man kan volledig in de behoefte van het erkende kind voorzien. De man en zijn ex-vrouw kunnen gezamenlijk niet volledig in de behoefte van hun twee kinderen voorzien. Hof verdeelt de draagkracht van de man niet over zijn drie kinderen, maar rekent deze draagkracht volledig toe aan de twee kinderen, ervan uitgaande dat zo veel mogelijk in de kosten van levensonderhoud van kinderen moeten worden voorzien.

Vervanging gecertificeerde instelling (GI), terwijl daaraan geen verzoek ten grondslag ligt. Doorbreking appèlverbod. Hof maakt vervanging ongedaan. Dat betekent dat de GI achteraf bezien steeds de instelling is gebleven die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling.

Verzoek voorlopige voorziening in hoger beroep. De man verzoekt in hoger beroep voor de duur van de procedure een voorlopige omgangsregeling vast te stellen. Hof gaat na of het verzoek om een voorlopige voorziening tot een omgangsregeling zou kunnen worden toegewezen op de voet van artikel 821-826 Rv. Hof is van oordeel dat dat kan. Hof leest artikel 826 lid 1 Rv aldus dat de voorlopige voorzieningen met betrekking tot kinderen, buiten het geval waarin in het echtscheidingsgeding een voorziening in het gezag is verzocht of daarop ambtshalve is beslist, slechts dan eindigen op het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking indien in het echtscheidingsgeding geen met die voorlopige voorzieningen corresponderende nevenvoorzieningen zijn verzocht.

Partneralimentatie. Hof houdt bij de bepaling van de draagkracht van de onderhoudsplichtige man rekening met het kindgebonden budget dat de man ontvangt.

Kinderalimentatie. Relevante wijziging van omstandigheden door gijzeling. De man was gedurende die periode niet in staat om inkomsten te verwerven.

Partneralimentatie. Hof telt kindgebonden budget mee bij de berekening van het netto besteedbaar inkomen van de vrouw, voor zover het door de vrouw te ontvangen kindgebonden budget meer bedraagt dan haar aandeel in de kosten van het kind.