Ontbonden gemeenschap van goederen. Behoort de echtelijke woning tot de gemeenschap of is deze onder uitsluitingsclausule verkregen? De man vindt het laatste, het hof oordeelt dat de woning niet onder uitsluitingsclausule is verkregen.

De man gaat in hoger beroep van onder andere de uitgesproken echtscheiding. Hij verzoekt het hof de echtscheiding pas uit te spreken op het moment dat het hof ook beslist op de nevenvoorzieningen. Daartoe stelt de man omstandigheden die naar zijn mening zo bijzonder zijn dat deze nopen tot dit uitstel. Het hof wijst het verzoek af.

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden bij echtscheiding. Geen gebruiksvergoeding voor het gebruik van de echtelijke woning door de vrouw, nu gebleken is dat de woning op naam van de vader van de man staat en de economische eigendom van een van beide echtgenoten niet vaststaat. Verder kan de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden eerst plaatsvinden nadat beide partijen hun vermogensopstelling hebben gemaakt.

Machtiging uithuisplaatsing. Kinderen zijn tezamen met moeder die het gezag over hen heeft, op een veilige plek ondergebracht na ernstig huiselijk geweld. Gaat het wel om een uithuisplaatsing?

De rechtbank heeft aan het gezamenlijk gezag van de man en de vrouw dat na de echtscheiding voortduurt ten aanzien van de man twee voorwaarden verbonden. De man komt daarvan in hoger beroep. In het aangevulde incidenteel appèl verzoekt de vrouw haar alleen met het gezag over de kinderen te belasten, nu onbekend is waar de man thans verblijft, en zij dan ook niet zijn noodzakelijke medewerking bij belangrijke beslissingen kan verkrijgen. Het hof houdt de zaak aan om de man in de gelegenheid te stellen op het verzoek van de vrouw te reageren en verstaat dat het gezag van de man geschorst is.

Terugbetaling te veel betaalde kinderalimentatie. Vertraging in de afhandeling van de zaak in verband met de discussie over de verwerking van de alleenstaande-ouderkop in het kindgebonden budget bij kinderalimentatie. Uitkomst beslissing op prejudiciële vragen afgewacht. Hof stelt de kinderalimentatie op een lager bedrag vast dan was overeengekomen bij de rechtbank. Hof acht het redelijk en billijk dat de vertraging in de afhandeling van de zaak bij het hof niet volledig voor rekening van de man komt. De moeder moet deels terugbetalen.

Wel rechtsmacht van de Nederlandse rechter ten aanzien van de echtscheiding, niet ten aanzien van de ouderlijke verantwoordelijkheid over de kinderen. Daarom kan van de vrouw niet worden verlangd dat zij een ouderschapsplan overlegt.

Rechtbank verleent vervangende toestemming tot erkenning. Vervolgens wijst de rechtbank gezamenlijk gezag aan erkenner en de moeder, maar in wat de rechtbank noemt ‘uitgeklede vorm’. Ten slotte wijst de rechtbank het verzoek tot ondertoezichtstelling gedaan door de man toe.

Kan een rechthebbende zelf een verzoek tot onderbewindstelling indienen, als hij is gediagnosticeerd met progressieve cortico basale regeneratie (ernstige spraakstoornis, toenemende moeite met spreken, lezen en schrijven, veel moeite met onthouden van nieuwe dingen), terwijl ook andere domeinen zijn aangedaan?

Verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De kinderbijdrage is destijds overeengekomen met bewuste afwijking van de wettelijke maatstaven. Voorts is een wijziging van omstandigheden niet aannemelijk gemaakt. Het hof wijst, evenals de rechtbank, het verzoek tot wijziging van de kinderbijdrage af.