Opvolgend curator heeft aanspraak op vergoeding aanvangswerkzaamheden.

Gezagsbeëindiging terwijl de raad en de GI van mening verschillen. Beoordeling in het licht van artikel 8 EVRM.

Toetsing wettelijke vereisten voor een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp.

Partijen zijn het niet eens over de omvang van de fourneerplicht en de verdeling van de gezamenlijke bankrekening. Het hof kan op basis van de overgelegde stukken niet vaststellen welke bedragen partijen daadwerkelijk hebben betaald en of er over en weer nog verrekening moet plaatsvinden.

Moeder staat onder bewind en heeft van het geld van de Kindregeling Toeslagenaffaire huur betaald. Zij moet het ontvangen geld op een rekening met BEM-clausule op naam van haar afzonderlijke minderjarige kinderen storten.

Na jaren zonder contact wil vader een actieve rol gaan spelen in het leven van de minderjarige. Het hof acht statusvoorlichting en contactopbouw in het belang van de minderjarige. Anders dan de rechtbank ziet het hof echter geen aanleiding om het gezamenlijk gezag in stand te houden en belast de moeder met het eenhoofdig gezag.

De man heeft een vordering op de vrouw uit hoofde van geldlening. Kan de vrouw deze vordering verrekenen met een tegenvordering wegens niet-betaalde partneralimentatie? Ja, er is geen sprake van een afwijkende overeenstemming over de partneralimentatie en het hof ziet geen grond om de vrouw haar vordering te ontzeggen.

Prejudiciële verwijzing. Bevoegdheid inzake ouderlijke verantwoordelijkheid. Artikelen 10 en 15 Verordening (EG) 2201/2003. Verwijzing naar een gerecht van een andere lidstaat dat beter in staat is de zaak te behandelen. Voorwaarden. Gerecht van de lidstaat waarheen het kind ongeoorloofd is overgebracht. Haags Verdrag van 1980. Belang van het kind.

Niet-ontvankelijkheid van voormalige pleegouders in hun verzoek om de benoeming van een bijzondere curator op grond van artikel 1:250 BW, omdat zij geen formele pleegouder zijn en ook geen belanghebbenden. Er is in deze complexe situatie ook geen aanleiding voor een ambtshalve benoeming.

Slecht bewind, omdat geen aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten voor de onder curatele gestelde persoon. Er is geen schade, omdat de kosten die gemaakt zijn minder zijn dan de besparing van de premiebetaling.