Koude uitsluiting. Het hof vindt dat onverkorte handhaving van de huwelijkse voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. De man is 100% middellijk aandeelhouder van een bv die een camping exploiteert. Niet in geschil is dat de vrouw werkzaamheden heeft verricht op de camping. Over de omvang daarvan bestaat verschil van mening. Het hof oordeelt dat, wat er ook zij van de omvang van deze werkzaamheden, blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad de enkele omstandigheid dat door arbeidsinspanning van de vrouw het vermogen van de man is toegenomen, niet voldoende is om een tussen partijen overeengekomen koude uitsluiting niet toe te passen. Het hof oordeelt voorts dat de vrouw met haar inkomsten vermogen kon opbouwen, nu de kosten van de huishouding en die van de kinderen volledig voor rekening van de man kwamen. De man bouwde vermogen binnen de onderneming op. Partijen hebben ook overigens geen onderling overeenstemmend gedrag vertoond, dat afwijking van de huwelijkse voorwaarden rechtvaardigt. Geen aanleiding om huwelijkse voorwaarden buiten toepassing te laten.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 11-06-2015