Verzoek van gecertificeerde instelling namens het college van B en W van Vlaardingen tot machtiging gesloten plaatsing na het bereiken van de meerderjarigheid, gedurende zes maanden. De rechtbank is van oordeel dat gecertificeerde instelling door het college gemachtigd kon worden tot het doen van een verzoek tot gesloten plaatsing. De Jeugdwet (artikel 6.1.8) noch enig ander wettelijk voorschrift staan aan het verlenen van een machtiging tot het doen van een dergelijk verzoek in de weg. De rechtbank is, gelet op artikel 5 EVRM, van oordeel dat machtiging gesloten plaatsing na het achttiende jaar kan worden verleend als het gaat om een voortzetting van een reeds aangevangen behandeling en er concreet uitzicht is op afronding binnen korte en afzienbare termijn na het achttiende jaar (zie ECLI:NL:GHARN:2009:BJ3938), maar dat er geen bijzondere en zwaarwegende omstandigheden zijn die een uitzondering op het verbod van artikel 5 EVRM rechtvaardigen. De rechtbank verleent niettemin machtiging, gelet op de ernst van de problematiek van de jeugdige en omdat de jeugdige zelf de behandeling wil afmaken.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 29-04-2015