Het hof oordeelt dat de aanspraak op een stamrecht niet verknocht is, maar wel dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat deze aanspraak bij helfte wordt gedeeld. De man heeft een ontslagvergoeding in een bv ondergebracht. Sinds hij vanaf juli 2013 geen inkomsten meer heeft uit werk als zelfstandige, uit loondienst of WW-uitkering, leent hij uit de bv. Van dat bedrag betaalt hij de kinderalimentatie en de lasten van de woning waarin de vrouw met twee van de drie kinderen woont. De vrouw draagt aan die lasten niet bij. De woning staat nog niet te koop. Tegen de tijd van verkoop zal het stamrecht volledig zijn opgesoupeerd. Het hof oordeelt dat in afwijking van de verdeling bij helfte de aanspraken ingevolge het stamrecht aan de man moeten worden toegedeeld, zonder verrekening met de vrouw per peildatum, zoals door de vrouw verzocht.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 03-03-2015