Pensioendeling. Partijen zijn in 1996 gescheiden. Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is van toepassing. De man heeft op 24 mei 2011 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Vrouw maakt eerst eind 2013 aanspraak op pensioenverevening. Rechtbank oordeelt dat de omstandigheid dat de vrouw eerst ruim nadat de man pensioengerechtigd werd, aanspraak heeft gemaakt op het haar toekomende deel van het pensioen, de vrouw niet kan worden tegengeworpen, gelet op de onbekendheid van partijen met de WVPS. Het stilzitten van de vrouw kan dan ook niet aangemerkt worden als rechtsverwerking, mede gelet op het feit dat de man na eerste verzoek van de vrouw, is gaan betalen. Rechtbank beslist tevens dat de man de vrouw een brutobedrag dient te betalen.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 11-03-2015