Artikel 1:253a BW. Vervangende toestemming verhuizing, urgentieverklaring voor sociale huurwoning.

Kort geding over weigering van zorginstelling om eiser toe te staan zijn partner te bezoeken. Volgens de voorzieningenrechter is deze weigering niet onrechtmatig jegens eiser in het kader van zijn recht op ‘family life’.

Verzoek van de niet-juridische biologische vader tot omgang niet-ontvankelijk verklaard. Geen ‘(intended) family life’ en geen schending van ‘private life’ van vader (artikel 8 EVRM).

Verzoek van de moeder tot ondertoezichtstelling afgewezen. Geen ernstige ontwikkelingsbedreiging, geen noodzaak voor gedwongen kader hulpverlening, en geen (vrees voor) ouderverstoting. Niet voldaan aan eisen voor omgangs-OTS.

Wijziging van de partneralimentatie bij komst van een nieuw kind.

Informeel samenlevenden hebben een samenlevingsovereenkomst opgesteld die een bepaling bevat over het recht op een uitkering tot levensonderhoud bij beëindiging van de relatie. Er bestaat onduidelijkheid over de uitleg van deze bepaling.

Schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad ten aanzien van de afwikkeling van de gemeenschap van goederen.

Toewijzing stiefouderadoptie van een Kazachstaanse minderjarige verblijvende in Spanje waarvan de vader is overleden, hoewel niet voldaan aan Haags Adoptieverdrag, op grond van artikel 8 EVRM.

Adoptie van meerderjarige stiefzoon. Zeer bijzondere omstandigheden rechtvaardigen buiten toepassing laten van artikel 1:228 lid 1 aanhef en onder a BW. Weigeren van adoptie zou – gezien de sterke band tussen verzoeker en belanghebbende stiefzoon – een inbreuk maken op artikel 8 EVRM. Niet gebleken is dat de biologische vader het verzoek tegenspreekt, na beoordeling stukken omtrent medische toestand na berichtgeving dat hij dementerende is.

De mondelinge behandeling bij de rechtbank van de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, vindt op dezelfde dag plaats als het hof de machtiging heeft beëindigd en een nieuw verzoek heeft afgewezen. De rechtbank beschouwt het verzoek tot verlenging daarom als een nieuw verzoek en ziet geen ruimte om af te wijken van het oordeel van het hof.