Uit richtinggevende jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat bij eenhoofdig gezag een grondslag bestaat om de keuzevrijheid van de met het gezag belaste ouder ten aanzien van de woonplaats van het kind te beperken, indien deze ouder niet voldoet aan de verplichting om omgang tussen het kind en de andere ouder te bevorderen (art. 1:247 lid 3 BW). Een rechter mag dan maatregelen treffen en een verbod om met het kind te verhuizen, dan wel een bevel om met het kind terug te verhuizen kan een passende maatregel zijn. In dit geval verbiedt de rechtbank de vrouw om met de minderjarige naar Frankrijk te verhuizen, dan wel beveelt de rechtbank terugverhuizing van de vrouw met de minderjarige naar gemeente X, althans Nederland op straffe van een dwangsom.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 14-03-2023