Het hof wijst het artikel 1:253n BW-verzoek van de vader hem alleen te belasten met het gezag af. Voor de minderjarige, die met de moeder in Israël verblijft, is er dan geen volwassene die belangrijke beslissingen voor haar kan nemen. Het is niet in het belang van de minderjarige haar hoofdverblijfplaats bij de vader in Nederland te bepalen. De vader kan niet worden ontvangen in zijn aanvullende verzoek om voor recht te verklaren dat de kinderrechter in de eerste aanleg onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, nu de staat geen procespartij is.

Minderjarige die onder voogdij staat heeft een verzoek gedaan tot opheffing van de gesloten plaatsing. Kinderrechter verklaart artikel 1:265d BW op grond van artikel 8 EVRM en artikel 16 IVRK van overeenkomstige toepassing waardoor de minderjarige ontvankelijk is in zijn verzoek.

Betaling door de Belastingdienst aan de man van eerder ten onrechte terugbetaalde kinderopvangtoeslag (toeslagenaffaire) van € 30.000 komt aan de man toe en hoeft niet verrekend te worden met de vrouw vanwege toepassing van het Haviltex-criterium op de uitleg van het echtscheidingsconvenant.

De rechtbank kwalificeert het geschil tussen de ouders over het gebruik van de voornaam van hun kinderen als een geschil omtrent het ouderlijk gezag (art. 1:253a BW), waarin de rechtbank een beslissing moet nemen waarbij het belang van het kind vooropstaat. De eenzijdige wijziging door de moeder van de voornaam in een andere (roep)naam is niet in het belang van de kinderen. Het naamgebruik leent zich niet voor een verklaring voor recht.

Het hof acht de nalatigheid van de bewindvoerder wat betreft de verantwoording aan en communicatie met de kantonrechter een voldoende gewichtige reden voor ontslag. Vanwege deze nalatigheid kan de kantonrechter namelijk niet zijn toezichthoudende taak uitvoeren.

Het hof bekrachtigt de beschikking waarbij het gezag van de moeder over de kinderen is beëindigd. De uitspraak van de Hoge Raad in de strafprocedure tegen de moeder in het kader van het medeplegen van de moord op de vader wordt niet afgewacht.

Partneralimentatie en het niet-wijzigingsbeding. Er wordt aan de schriftelijkheidseis van artikel 1:159 lid 1 BW voldaan indien een beding is opgenomen in gemeenschappelijk verzoekschrift dat voor beide partijen door hun gezamenlijke advocaat is ondertekend. Kinderalimentatie. Motivering oordeel van het hof dat geen rekening wordt gehouden met inkomensvermindering door opnemen ouderschapsverlof ontoereikend.

Gezagsbeëindiging. De biologische vader van de minderjarigen wordt niet aangemerkt als belanghebbende in het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder. Hij is (nog) geen juridische vader en heeft geen gezag. Geen inbreuk op artikel 8 EVRM. Het gezag van de moeder wordt beëindigd.

De kinderrechter verleent in een spoedbeschikking vervangende toestemming voor de medische behandeling van het kind zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden gelet op artikel 3 IVRK.

De moeder heeft zich niet als een goede bewindvoerder gedragen en wordt veroordeeld tot terugbetaling van de gelden die ze opgenomen heeft van de spaarrekening van de kinderen.