Benoeming bijzondere curator ex artikel 1:250 BW; aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding en het vermogen van een minderjarige. De gecertificeerde instelling wordt ingevolge artikel 789 Rv aangemerkt als belanghebbende.

Het hof stelt dat de gronden tot onderbewindstelling en instelling mentorschap zoals vermeld in artikel 1:431 lid 1 BW en artikel 1:450 lid 1 BW niet aanwezig zijn. Het hof gaat hierbij in op de beginselen van behoorlijke procesorde.

Gezamenlijk gezag op grond van artikel 1:253c BW toegekend. De ouders verschillen van mening over het perspectief van de minderjarige. Gezamenlijk gezag geeft de vader een gelijkwaardige positie bij belangrijke beslissingen die genomen moeten worden.

Jeugdbescherming: beëindiging gezag; aanvaardbare termijn; uitgangspunt gezinshereniging; terugplaatsing; belangen kind; afwijzing 810a-verzoek.

Gezag, omgang en erkenning. Het uitgangspunt is dat de juridische status zoveel mogelijk in overeenstemming moet worden gebracht met de biologische werkelijkheid.

Het verzoek tot vaststelling van het ouderschap en wijziging van de geslachtsnaam wordt toegewezen, omdat het in het belang van minderjarige is twee juridische ouders te krijgen. Toewijzing van het verzoek doet in dit geval meer recht aan artikel 7 en 8 IVRK dan erkenning.

Geen beëindiging van het gezag van moeder. Het hof overweegt hiertoe dat beëindiging van het gezag niet in het belang van de minderjarigen noodzakelijk is. De moeder is ondanks de uithuisplaatsingen van de minderjarigen altijd een stabiele factor in hun leven gebleven. De minderjarigen hechten er allen zwaar aan dat hun moeder door de uitoefening van haar gezag haar centrale rol in hun leven blijft behouden.

Problemen in de jeugdhulp. Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp bij gebrek aan passende alternatieven.

Draagmoederschap en internationaal privaatrecht. Beschikking volgend op het arrest van de Hoge Raad van 13 mei 2022 (ECLI:NL:HR:2022:685), waarin de Hoge Raad heeft afgezien van beantwoording van de door de rechtbank gestelde prejudiciële vragen. Het gebruiken van een onbekende eiceldonatrice in het traject van draagmoederschap levert strijdigheid op met een beginsel en waarde die in de Nederlandse rechtsorde als fundamenteel wordt beschouwd. Afwijzing van de verzochte verklaring voor recht omtrent juridisch ouderschap en gezag.

Draagmoederschap. Minderjarige is geboren in 2019 in Georgië. Beschikking volgend op het arrest van de Hoge Raad van 13 mei 2022 (ECLI:NL:HR:2022:685), waarin de Hoge Raad heeft afgezien van beantwoording van de door de rechtbank gestelde prejudiciële vragen. Verklaring voor recht ten aanzien van erkenning, vaststelling geboortegegevens en (toekenning van) gezag en adoptie.