Verhaalsbijdrage gemeente. Ontvankelijkheid man in hoger beroep. Artikel 62 sub a Participatiewet en artikel 1:394 BW. Is een DNA-onderzoek een ongerechtvaardigde inbreuk op de privacy en lichamelijke integriteit van de man? Het hof geeft de man de gelegenheid zich te beraden of hij alsnog zal meewerken aan een DNA-onderzoek.

Verzoek tot wijziging voornaam kind. Is verwekker belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 Rv?

Financiële gevolgen beëindiging samenwoning tussen de vrouw en de (erven van de) man, specifiek ten aanzien van de verrekenperiode/vervaltermijn, de verrekening van eigenaars- en gebruikerslasten en de meer-inbreng, bezien in het licht van de door hen gesloten samenlevingsovereenkomst (Haviltex).

Moeder wordt gelast om met dochter terug te verhuizen van Zeeland naar Groningen.

In kort geding is bepaald dat het vonnis dezelfde kracht zal hebben als de handtekening van de man in de leveringsakte. Sanctie uit artikel 3:301 lid 2 BW niet van toepassing op rechtsmiddel in bodemzaak.

In een geschil over de schoolkeuze verzoekt de GI de kinderrechter in het kader van de geschillenregeling een beslissing te nemen waardoor het kind zo snel mogelijk ingeschreven wordt op een andere school in de wijk. Met een verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 25 juni 2021 gebruikt de kinderrechter artikel 1:265e BW als rechtsingang. Daarmee wordt het verzoek beoordeeld als een verzoek gedeeltelijke gezagsoverheveling zonder uithuisplaatsing. De geschillenregeling van artikel 1:262b BW biedt niet de passende grondslag en rechtsingang.

De moeder had problemen met het vinden van een goed hulpaanbod voor haar hoogbegaafde kinderen. De kinderen worden onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Met hulp van de GI wordt de juiste hulp gevonden. De moeder werkt goed mee. Het hof wijst het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing af en beperkt de duur van de ondertoezichtstelling.

De rechtbank verlaat de eerder gebruikte oplossing voor verzoeken om een non-binaire sekseregistratie, namelijk de latere vermelding in de geboorteakte dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’. De rechtbank wijst het verzoek om aanduiding met ‘X’ toe.

In hoger beroep wordt – anders dan in eerste aanleg – het bewind en het mentorschap opgeheven omdat daar geen noodzaak meer voor is.

Het hof wijst het verzoek van de grootouders om een omgangsregeling vast te stellen af wegens de ernstig verstoorde verstandhouding met de moeder. De band tussen de kinderen en de vader die in het buitenland woont, heeft prioriteit.