Verzoek om omgang en informatie met meerderjarig kind. Ontvankelijk. Family life ondanks meerderjarigheid, gelet op verstandelijke beperking en wilsonbekwaamheid.

Beroep op finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Meerderjarigenbewind. Klacht over niet toepassen voorkeursregeling artikel 1:435 lid 4 BW. De procureur-generaal adviseert tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad ziet af van de beantwoording van prejudiciële vragen van de rechtbank Den Haag inzake de ruimte voor de rechter om op verzoek van een non-binaire persoon een verzoek om een genderneutrale registratie in de registers van de burgerlijke stand toe te wijzen.

Vernietiging machtiging kantonrechter tot verkoop van de woning van rechthebbende die onder bewind staat. Verkoop tegen de wil van rechthebbende. Belang van eerlijke verdeling nalatenschap rechthebbende in de toekomst geen gewicht toegekend.

Ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing bij ongeboren kind. Complexe problematiek (verslaving en psychisch) maken dat gespecialiseerde hulpverlening ontoereikend zou zijn om de ernstige bedreiging ten aanzien van de ontwikkeling van het kind weg te nemen.

Verdeling eenvoudige gemeenschap, ex-samenwoners, vergoedingsrecht.

Beroep op artikel 3:34 lid 1 BW slaagt niet. Niet gebleken is dat erflater ten tijde van het opmaken van zijn uiterste wilsbeschikking niet in staat was zijn belangen te waarderen en onbekwaam was om zijn wil te bepalen.

Gezien het grievend gedrag is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud kan worden verlangd. Voorts zijn de partnerschapsvoorwaarden niet tot stand gekomen onder invloed van een of meerdere wilsgebreken waardoor het verzoek tot vernietiging van de partnerschapsvoorwaarden niet slaagt. Ten slotte bepaalt het hof dat de peildatum voor de waardering van de woning de datum is van de verdeling van de woning, dat wil zeggen de datum waarop de ontbinding van het geregistreerd partnerschap is ingeschreven.

Het hof volgt bij de benoeming van de bewindvoerder niet de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende. Er bestaan gegronde redenen in de persoon van de rechthebbende die zich verzetten tegen een wijziging in de bestaande situatie.