De rechtbank wijst het verzoek van een lesbische moeder om een opbouwende zorgregeling vast te stellen als voorlopige voorziening af.

De moeder komt in hoger beroep tegen de beëindiging van haar gezag over haar minderjarige kinderen, hetgeen volgens haar in strijd is met artikel 8 EVRM. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en stelt dat de GI voor de uithuisplaatsing alle mogelijke inspanningen heeft verricht om dit te voorkomen en dat het snelle verzoek gerechtvaardigd is.

Voorlopige voorzieningen in het kader van een aanstaande echtscheiding. Uitsluitend gebruik van de woning voor de vrouw vanaf februari 2022, daar de relatie tussen de partijen niet dermate verstoord is dat de man direct het huis moet verlaten en het vinden van een vervangende woning lastig is voor de man. De man mag, gedurende zijn zorgtaken onder de zorgregeling, gebruik maken van de echtelijke woning.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte een belangenafweging achterwege heeft gelaten bij de beoordeling van een verzoek van de beweerde verwekker tot medewerking aan een DNA-onderzoek en zijn informatie- en omgangsregelingverzoek.

Informatie- en omgangsregelingverzoek van de beweerde verwekker. Toetsing aan artikel 8 EVRM wat betreft (intended) family life en private life aan de hand van EHRM-jurisprudentie.

Na overlijden van de moeder is de stiefvader van minderjarige belast met de voogdij. Verzoek van (biologische) vader om met het gezag te worden belast is afgewezen omdat het belang van de minderjarige zich hiertegen verzet. Geen omgangsregeling met vader, stiefvader zal de vader schriftelijk informeren.

Vermogensrechtelijke afwikkeling naar Marokkaans recht. Recht op vergoeding van de vrouw op basis van artikel 49 Mudawwana.

Gezien de overgelegde stukken is het oordeel van het hof onbegrijpelijk dat de man zou hebben nagelaten inzicht te geven in zijn vermogensopstelling.

Afwikkeling van de ‘Toeslagenaffaire’ en de compensatie door de Belastingdienst (zogeheten ‘Catshuisregeling’), welke invloed hebben op de draagkracht voor de bepaling van kinderalimentatie en de verdeling van de partnergemeenschap en schulden.

Voornaamswijziging na belangenafweging. Er waren voldoende factoren dat verzoekster hinder ondervindt van haar voornaam.