Verzoekster en haar kinderen hebben het Nederlanderschap gelet op het bepaalde in artikel 15 en 16 Rijkswet op het Nederlanderschap van rechtswege verloren. Het daarmee gepaard gaande verlies van het Unieburgerschap is niet onevenredig voor verzoekster en haar kinderen. Het beroep op de (Unierechtelijke) evenredigheidtoets slaagt dan ook niet.

Tussenbeschikking inzake echtscheiding en incidentele verzoeken. Geen bijzondere omstandigheden die herstel van de band tussen het echtscheidingsverzoek en de nevenvoorzieningen over alimentatie rechtvaardigen. Schorsingsverzoek en voorlopige voorzieningen (art. 223 Rv) zijn afgewezen. Het verzoek om afgifte van stukken (art. 843a Rv) is deels toegewezen.

Uitleg verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. Het hof is met zijn motivering buiten het partijdebat getreden.

Niet-ontvankelijkheid verzoek tot beëindiging van gezamenlijk gezag van moeder en grootmoeder (art. 1:253t BW) door biologische en juridische vader ex artikel 1:253n jo. artikel 1:253v BW. Verwijzing naar zorgtraject zodat eventueel een omgangsregeling ex artikel 1:377a BW kan worden vastgesteld.

Toepassing Nederlands recht. Gezagsbeëindiging op grond van artikel 1:266 BW. Ouders niet in staat om binnen aanvaardbare termijn verzorging en opvoeding over de kinderen te dragen. Belangenafweging artikel 8 EVRM.

Beroep op bedrog en dwaling bij totstandkoming echtscheidingsconvenant slaagt niet.

Ouderlijk gezag. Beëindiging gezamenlijk gezag ouders en toewijzing eenhoofdig gezag aan de vrouw bekrachtigd. Ondertoezichtstelling. Afwijzing van het verzoek van de man tot ondertoezichtstelling bekrachtigd.

Partner- en kinderalimentatie. Vaststelling draagkracht en behoefte. Pgb. Motivering.

Bijdrage kosten jongmeerderjarigen en meerderjarige kinderen. Ingangsdatum bepaald op moment dat jongmeerderjarige haar vader per sms vraagt om een bijdrage. Behoeftigheid jongmeerderjarigen, niet gebleken dat er structurele eigen inkomsten zijn.

Uitleg van de samenwoningsovereenkomst van déze partijen met inachtneming van alle bijzondere omstandigheden van déze zaak. Partijen mochten aan begrip ‘kosten’ in artikel 6 van de samenwoningsovereenkomst over en weer redelijkerwijs de betekenis van ‘verbouwings- en/of investeringskosten voor de woning’ toekennen. De man kan jegens de vrouw aanspraak maken op de helft van € 50.000. Overbruggingslening behoort tot de ‘kosten’. De kosten die voortvloeien uit het gebruik van de woning die uitsluitend door de man is gebruikt, komen in de onderlinge verhouding tussen partijen voor rekening van de man.