Afwijzing van het verzoek van de moeder tot benoeming van de grootvader, tevens zijnde de pleegvader, tot voogd over de minderjarige.

De huidige opvoedsituatie van minderjarige bij de moeder wordt door het hof onvoldoende veilig geacht.

Voortzetting vernietiging erkenning en vervangende toestemming. De erkenning is niet rechtsgeldig, omdat de moeder misbruik van haar bevoegdheid heeft gemaakt. Voor gezamenlijk gezag is het te vroeg. De omgang tussen de vader en zijn kind kan worden gestart.

Artikel 1:160 BW. De man heeft voldoende bewezen dat de vrouw is gaan samenwonen ‘als waren zij gehuwd’, waardoor zijn onderhoudsplicht van rechtswege is beëindigd.

Een bewindvoerder is jegens de betrokkene aansprakelijk indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. De kantonrechter kan de schade vaststellen die de betrokkene heeft geleden door dit tekortschieten en de bewindvoerder veroordelen de schade te vergoeden. De goedkeuring van de kantonrechter ontslaat de bewindvoerder niet van zijn verantwoordelijkheid, wanneer achteraf blijkt dat hij uitgaven heeft gedaan die in strijd zijn met goed bewindvoerderschap.

Ontruiming in kort geding woning na verbreking samenleving. De man kan op grond van een afspraak tussen partijen aanspraak maken op verblijf in de woning, die eigendom is van de vrouw. Gebruiksvergoeding toewijsbaar in lijn met de afspraken tussen partijen.

De vrouw heeft weliswaar een vergoedingsrecht jegens de man uit hoofde van haar aflossing op de hypothecaire geldlening en van haar bijdrage in de verbouwingskosten, maar dit vergoedingsrecht kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden weggestreept tegen het vergoedingsrecht van de man jegens de vrouw uit hoofde van zijn bijdrage in de verbouwingskosten voor een zodanig bedrag dat ten minste overeenkomt met de hoogte van het vergoedingsrecht van de vrouw.

Het hof oordeelt dat voldaan is aan de vereisten van artikel 1:253n BW en dat de moeder alleen belast wordt met het gezag over de kinderen. De voor gezamenlijk gezag vereiste omstandigheden zijn afwezig. Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank.

Het hof vernietigt op basis van artikel 1:253c BW de beschikking van de kinderrechter, waarin de vader naast de moeder belast werd met het gezag over het kind, en wijst het verzoek van de vader af om met het ouderlijk gezag te worden belast. Het gezamenlijk gezag heeft niet gebracht wat de raad en de rechtbank daarvan verwachtten en is dus (nu nog) niet in het belang van het kind.

Verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing indien het onzeker is of een GI in Zeeland de maatregel kan uitvoeren. In Zeeland is een kritieke situatie ontstaan doordat het contract met een GI is beëindigd en de overige in de regio opererende GI’s te maken hebben met grote personele druk. De kinderrechter ziet zich nu voor de keuze gesteld om de verzoeken bij gebreke van een GI af te wijzen of ondanks de door de GI’s geuite bezwaren toch een GI te benoemen. De kinderrechter kan onder de omstandigheden van deze zaak niet anders dan toch een GI te benoemen.