De gewone verblijfplaats van de minderjarige is niet in Italië, maar in Nederland. Niet is aangetoond dat de ouders op enig moment een concrete en bindende afspraak hebben gemaakt om definitief naar Italië te verhuizen en daar samen als gezin verder te leven. Dit betekent dat er geen sprake is van ongeoorloofde vasthouding (op of rond 22 juni 2020) in de zin van artikel 3 van het Haags Kinderontvoeringsverdrag. De rechtbank wijst het verzoek van de vader tot teruggeleiding naar Italië daarom af.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 23-03-2021