Beëindiging ouderlijk gezag. Procesrecht. Onmiddellijkheidsbeginsel. Behoudens bijzondere omstandigheden, behoort een rechterlijke beslissing die mede wordt genomen op de grondslag van een mondelinge behandeling te worden gegeven door de rechter(s) ten overstaan van wie die mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Deze regel strekt ertoe, te waarborgen dat het ter zitting verhandelde daadwerkelijk wordt meegewogen bij de totstandkoming van die beslissing. Indien tussen de mondelinge behandeling en de uitspraak vervanging van een of meer rechters noodzakelijk blijkt, moeten de procespartijen, alsmede – in verzoekschriftprocedures – de belanghebbenden, voorafgaand aan die uitspraak daarover worden ingelicht, onder opgave van de reden(en) voor de vervanging en de beoogde uitspraakdatum. Elk van de bij de mondelinge behandeling verschenen partijen en belanghebbenden zal dan een nadere mondelinge behandeling mogen verzoeken ten overstaan van de rechter(s) door wie het vonnis zal worden gewezen of de beschikking zal worden gegeven. Het onmiddellijkheidsbeginsel strekt niet zover dat zaken waarbij sprake is van verwevenheid of onderlinge samenhang beslist moeten worden door dezelfde combinatie van rechters.

Partneralimentatie. Devolutieve werking hoger beroep. Het hof heeft niet vastgesteld dat de man zijn in eerste aanleg gevoerde verweer in hoger beroep heeft prijsgegeven. Bij deze stand van zaken brengt de devolutieve werking van het hoger beroep mee dat het hof was gehouden de toewijsbaarheid van de door de vrouw verzochte partneralimentatie opnieuw te beoordelen en daarbij ambtshalve acht diende te slaan op alle door de man in eerste aanleg naar voren gebrachte stellingen en verweren over de behoefte van de vrouw, ook voor zover deze door de rechtbank waren verworpen of buiten behandeling waren gelaten, en dat het hof een zelfstandig oordeel had moeten geven over de behoefte van de vrouw (en de draagkracht van de man). Motiveringsklachten over terugbetaling van leningen tussen echtgenoten en over financiële situatie tijdens het huwelijk.

Behoeftigheid partneralimentatie. Het hof bepaalt de hoogte van de behoefte van de vrouw op basis van het nettogezinsinkomen van het jaar voorafgaand aan het feitelijk vertrek van de vrouw uit de echtelijke woning. Gelet op feiten en omstandigheden zoals leeftijd, geen zorgverplichting voor kinderen, onvoldoende overzicht in de financiële situatie en werkervaring is er geen sprake van behoeftigheid van de vrouw. De man hoeft geen partneralimentatie te betalen.

Meerderjarigenadoptie. De bijzondere omstandigheden rechtvaardigen dat de in artikel 1:228 lid 1 aanhef en onder a BW neergelegde voorwaarde van minderjarigheid voor het uitspreken van de adoptie buiten toepassing blijft. Weigering van adoptie zou onder deze omstandigheden een ongeoorloofde inmenging opleveren in het recht op familie- en gezinsleven van kind en verzoekers als bedoeld in artikel 8 lid 2 EVRM.

Verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing. Analoge toepassing artikel 3 IVRK op artikel 811 lid 2 Rv: ter bescherming van de privacy van minderjarige wordt vertrouwelijke informatie niet met ouders gedeeld.

Vernietiging erkenning. Het hof houdt niet vast aan de strikte termijn van artikel 1:205 lid 4 BW omdat dit in de gegeven omstandigheden strijd oplevert met artikel 8 EVRM. Verzoeken tot vaststelling vaderschap biologische vader en samenhangende wijziging van de achternaam worden aangehouden om belanghebbenden te horen.

Verdeling huwelijksgemeenschap. Man bewijst bestaan van schuld aan zijn vader niet. Hof oordeelt dat sprake is van een schenking.

Machtiging voor het vervroegd uitkeren van niet-opeisbare erfdelen door de bewindvoerder aan de kinderen van rechthebbende? Het uitbetalen van niet-opeisbare vorderingen in een situatie van bewind is een beheersdaad waarvoor op grond van artikel 1:441 lid 2 onder a BW een machtiging van de rechter is vereist. Vooropgesteld wordt dat de rechthebbende niet verplicht is tot het vervroegd aflossen van de kindsdelen. Niettemin kan een verzoek van de bewindvoerder om te worden gemachtigd tot het uitkeren van (niet-opeisbare) erfdelen namens een rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen worden toegewezen indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

IPR. Een bruidsgave moet in gouden munten worden voldaan, zoals in de huwelijksakte overeengekomen, voor een deel nu en voor een deel in termijnen. De verdeling van een gezamenlijke vakantiewoning in Iran wordt als nevenvoorziening bij de echtscheiding aangemerkt. Nederlands recht is niet van toepassing op het verzoek om partneralimentatie, omdat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat het centrum van haar belangen in Nederland ligt.

Kinderalimentatie. Alimentatie jongmeerderjarige erfgenaam overleden moeder. Door overlijden van de moeder gaat de verplichting tot kinderalimentatie voor de minderjarige, gezien de aard van de bijdrage, niet over op het kind dat erfgenaam is. Executie van de echtscheidingsbeschikking door een kind kan misbruik van bevoegdheid opleveren als er een noodtoestand is van de geëxecuteerde, wat het geval kan zijn als er een rechterlijke procedure loopt waarin de ouder verlaging van het alimentatiebedrag vordert en het (meerderjarige) kind geen spoedeisend belang heeft.