Opheffing van ondertoezichtstelling met ingang van de dag van de beschikking van het hof. Het hof overweegt dat er op het moment van beoordeling door het hof geen sprake is van een ontwikkelingsdreiging van de minderjarige. Weliswaar heeft de minderjarige, nadat haar was medegedeeld dat haar stiefvader niet haar biologische vader is, enige tijd gedragsproblemen gehad, maar haar gedrag is ten goede gekeerd en zij ontwikkelt zich op dit moment weer adequaat. Dat de minderjarige er nog niet aan toe is om te praten over haar afstamming, maakt dat naar het oordeel van het hof niet anders. Voorts is door de GI verklaard dat de minderjarige in een adequaat, veilig en vertrouwd gezinssysteem opgroeit. Daarnaast neemt het hof in aanmerking dat de moeder zich inzet voor hulpverlening, zowel voor de minderjarige als voor zichzelf, en dat zij de weg naar de instanties weet te vinden. Hieruit volgt dat de ots van de minderjarige moet worden opgeheven. De bestreden beschikking wordt vernietigd voor zover het de duur van de ots betreft.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 24-06-2015